19 juni 1986 - 34 - Heer BLAAUW: Daar wil ik graag op reageren, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat C-drie een totaal andere zaak is dan het Dorpshuis. In C-drie gebeuren heel andere dingen, C-drie breidt uit. Ik heb ook nog gezegd, dat heeft mijnheer Visser waarschijnlijk niet gehoord, dat het puur om financiële redenen was. Maar mijnheer Visser luistert alleen naar die woorden die hem welgevallig zijn en niet naar andere zaken. Het dorpshuisgebeuren is een totaal andere zaak. Het dorpshuisbestuur dat er de laatste twee jaar zat, heeft vanaf het begin zoals nog nooit iemand in Soest, het college uitbundig geïnformeerd over problemen rond het Dorpshuis en de financiële zaken. Ik mag het toch wel wijten aan de houding van het college dat dit bestuur is afgetreden. Dat vind ik een zeer ernstige zaak, zeker voor een dorp als Soesterberg. Ik vraag me ook af of u gedurfd had dat bij een instelling in Soest te doen, want dat lijkt er niet op. Maar Soester berg heeft u maar rustig aan laten modderen. Het bestuur heeft u volledig geïnformeerd. Ik vind het ook zeer slim van u om dit stuk vandaag per expresse te versturen, zodat bijna niemand verder nog tijd heeft gehad om het goed te lezen en de stukken op het gemeentehuis waarschijnlijk helemaal niet heeft kunnen inzien. Dit bestuur heeft u altijd uitbundig geïnformeerd over wat er gaande was, dat die zaak niet te runnen was. Nu de zaak weer kapot is, wat ik toch wel aan de wethouder wijt die ervoor had kunnen zorgen, nu moet er weer een voorstel komen om de zaak opnieuw op poten te zetten. Ik vraag mij af hoe het mogelijk is dat u wederom mensen bereid hebt gevonden om het weer te doen, want als een van de zittende raadsleden daar met stof zuiger en vuilnisblik rond moet gaan om het Dorpshuis te runnen, en daar de koffie loopt te verzorgen omdat er geen geld voor is, dan vind ik dat een zeer slechte zaak. Dit was bekend, u heeft daar voldoende informatie over gehad, maar er is vrijwel niets aan gedaan. Ik vind het een schande dat het op deze manier zover heeft moeten komen. Het zal tijd worden dat hier zeer snel verandering in komt, op een goede wijze. Want als dit zo door blijft gaan, dan ligt de zaak over een paar maanden, ondanks de goodwill van de mensen die het nu weer op willen rapen, weer op zijn achterwerk. De schuld moet u niet op het bestuur schuiven, want ik denk dat het een perfect bestuur geweest is. Dat mag ook wel eens gezegd worden. Er is te weinig aandacht besteed aan de informatie die u van dat bestuur kreeg. Of dat gebrek aan interesse was mag u zelf uitmaken, maar het is een ernstige zaak dat het er in Soesterberg op deze manier voorstaat. Het is al jaren zo en er komt weinig verandering in. Heer - VAN ESSEVELD; Voorzitter, ik sluit mij natuurlijk aan bij de woorden van de heer Blaauw. Over het voorstel dat hier ligt met betrekking tot de samenstelling van de werkgroep, hebben wij gisteravond in de commissie welzijn gesproken. In die werkgroep willen wij toch wel enige oud-bestuurs leden opnemen. Dat zou meegenomen worden, maar het blijkt nu dat het er niet instaat. Ik zou dat graag toegevoegd willen zien aan de samenstelling van de werkgroep. Mevrouw MEIJER: Mijnheer de voorzitter, door tijdgebrek is het noodzakelijk om snel te beslissen over dit voorstel. Inhoudelijk is er eigenlijk weinig discussie daardoor. Wij wensen dit tijdelijk bestuur en de werkgroep veel succes toe, temeer daar ik gisteren hoorde dat ongeveer de totale bevolking van Soesterberg al in het bestuur of in een werkgroep ten behoeve van het Dorpshuis Soesterberg heeft gezeten. Eigenlijk is het tot nu toe jammer genoeg niemand gelukt om dit Dorpshuis tot een echt dorpshuis te maken. Toch hebben al deze mensen zich heel erg ingezet om het te realiseren. De oorzaak is niet altijd duidelijk geweest, maar toch blijkt dat de financi« het grootste struikelblok vormden.Wij hopen dat het toekomstige bestuur niet weer afhaakt omdat de financiële middelen ontbreken. Er is nog steeds een spreekwoord dat zegt dat je voor een dubbeltje niet op de eerste rij

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 165