15 -
23 januari 1986
Heer POTHUIZEN: Komt van uitstel afstel? Dat is natuurlijk altijd een vraag
die ons bezig houdt. We hadden een fusie van drie scholen willen hebben, we
hebben nu -niet helemaal zoals we dat wilden- voorlopig een fusie van twee.
In de commissie onderwijs is eigenlijk uitgesproken dat het wenselijk zou
zijn als de raad uitsprak dat er dan maar wat later toch een fusie tussen
de drie tot stand zou moeten komen. Een punt waar ik toch nog wat zorgen om
heb, is dat je bij het bekijken van de statuten moet vaststellen dat de
constructie van het bestuur en de besluitvorming'zoals daarin geregeld,
eigenlijk een vragen om moeilijkheden is. Het is in Nederland ongebruikelijk
om met een even aantal bestuursleden te werken. Het mag natuurlijk wel, maar
als het gevolg daarvan is dat de besluitvorming ertoe leidt dat na een keer
stakende stemmen en nog eens stemming met stakende stemmen het voorstel is
verworpen, dan kun je je voorstellen dat bepaalde voorstellen het inderdaad
nooit zullen halen, bijvoorbeeld fusievoorstellen. Ik heb er dus moeite mee
deze bepalingen zo te handhaven en daarom zou ik aan het college willen
vragen snel te bewerkstelligen dat er een oneven aantal bestuursleden komt
te staan. Ik kan mij voorstellen dat de drie uit beide richtingen een
voorstel doen voor één toegevoegd persoon. Er ontstaat dan een oneven aantal
en gaan zich geen situaties voordoen bij de besluitvorming waarbij het lot
beslist
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, het gaat vanavond om de kleine fusie.
Het was ons ook liever geweest dat het de grote fusie, waar ook al eerder
over is gesproken, was geworden. Het maximaal haalbare voor dit moment is
echter het akkoord kunnen gaan met een fusie tussen deze twee scholen.
Mevrouw Meijer was wat te vroeg met haar conclusie dat er zo weinig werd
gereageerd door de raad. Als er gepraat wordt over openbaar onderwijs, dan
mag toch zeker gesteld worden dat ook binnen de WD het openbaar onderwijs
een warm hart wordt toegedragen. We moeten echter ook pragmatisch blijven,
als op een gegeven moment een onderwijsvorm dreigt te gaan verdwijnen die
van belang is voor veel mensen, moet je toch stappen zetten om die vorm,
desnoods in een wat andere opzet, te kunnen behouden.
De invloed van de gemeente als bestuur op een openbare school valt in de
praktijk wel mee. Heel veel is al gestuurd in de richting van de ouders.
Als je dan een vergelijking gaat maken met een bijzonder neutrale school
dan krijg je een heel democratische vorm voor het bestuur van een school.
Vandaar dat wij deze fusie, hoewel we liever de grote fusie hadden, onder
steunen, gezien de situatie op dit moment.Met betrekking tot het mogelijk
overleggen van het college over een andere bestuurssamenstelling zijn we
benieuwd naar de reaktie van het college op dat idee.
Heer BOLHUIS: Voorzitter, wij sluiten ons aan bij de woorden van mijnheer
Krijger. Mevrouw Meijer heeft opgemerkt dat in het CDA-programma sprake is