21 augustus 1986
- 7 -
op
en
en
obleem
nj
dan
i-
nties
en
plannen
shock was
e te
buurt
■jk
;drijf je
1
zijn,
:e
bijvoor-
Landelijk,
eleefd
an
d (ik
g van
et
aar
f best
dat
■er
zo
'daad
een.
ïwbal-
?ings-
oep
rde
et mij
f te
op
Zou
:ns niet
raad
<t. Maar
ze
;en van
?ang
;er Visser
even zeggen dat ik het plezierig zou vinden als ook door een vertegenwoordiger
van de Evangelische Volks Partij de Bijbel niet op deze wijze misbruikt
zou worden, over alcohol en water. Wat betreft de motie is het mijns inziens
niet zinvol, zeker op punt 1, om in te gaan op deze motie, om hiermee in
te stemmen. Vooral vanwege het punt dat het nadenken over misbruik van
reclame, een verkeerd gebruik van reclame, mij erg verstandig lijkt, vind
ik deze stap nu net niet verstandig. Ik denk dat we eerst stappen moeten
ondernemen, ook in Soest, over het reclame maken langs autowegen, langs
drukke wegen met borden met biermerken erop. Dat kan in eerste instantie
teruggedrongen worden. Als dat soort dingen gezond gemaakt zijn, dan kunnen
we eventueel verder gaan denken over wat meer landelijke zaken.
VOORZITTERIk heb namens het college gesteld in de commissie dat wij er
met volle kracht aan willen gaan werken als de hele raad erachter wil gaan
staan. Ik constateer vanavond dat dat overduidelijk het geval is. Het moet
niet een zaak zijn van links of van rechts, van politieke discussie. Zo'n
zaak moeten we proberen met z'n allen zo krachtig mogelijk en eensgezind
mogelijk aan te pakken. Ik vind het dan ook een opdracht voor de werkgroep
en voor mijzelf om er alles aan te doen om deze zaak aan te vatten en voort
te zetten. Daar zal nog wel een probleempje liggen, want continuïteit is
bij zoiets waarschijnlijk zeer gewenst en ook dat is een facet dat we goed
onder ogen moeten zien. Het moet niet een strovuurtje aan het begin zijn
en daarna niks, maar wel een behoorlijke continuïteit. Zo groot is het
probleem wel, dat je het echt niet even wegbrandt. Als dan om te beginnen
de doelstelling moet worden geformuleerd, dan is het natuurlijk dat je
een doelstelling moet hebben. Alleen, toen u in a.b.z. daaraan toevoegde
dat die absoluut meetbaar zou moeten zijn en dus ook controleerbaar, dan
is dat natuurlijk een hele moeilijke zaak. Natuurlijk ga je ervan uit dat
het een doelstelling is van ons allen om dat alcoholgebruik terug te brengen,
daar gaat het om en daar moeten alle maatregelen op gericht zijn. Je kan
denk ik in deze zaak, omdat het ook op landelijk niveau speelt en op allerlei
andere gebieden, niet vaststellen na een jaar of na zoveel jaar dat ons
beleid heeft gefaald of niet, want er spelen zoveel invloeden mee. Het
zou te gek zijn om dat allemaal aan jezelf toe te kennen, toe te rekenen.
Dus dat kan niet goed naar mijn mening. Wat we wel kunnen doen, is controle
ren of we vinden dat we er alles aan doen wat in onze macht ligt. Dat zouden
we systematisch, planmatig en uiteraard binnen de beschikbare budgetten
ook feitelijk kunnen doen. Ik geloof dat daar meer de doelstellingen in
liggen en ik denk ook dat de wethouder in de commissie dat op die wijze
heeft geformuleerd, althans bedoeld. Ik ben er niet bij geweest, maar ik
zie dat toch wel op deze manier. Daar zit ook het punt van de beïnvloeding
van het land, over en weer, daar zit natuurlijk ook iets in van de discussie
die vanavond even losbrandde over de motie. Want ook daar heb je het effect
van over en weer en we hebben in het college dan ook -wel niet precies
wetende wat de motie inhield, maar wel ongeveer omdat de motie was aange
kondigd- daarover gesproken. Op zichzelf, om reclame-uitingen aan de orde
te stellen en te zeggen dat daar iets aan gedaan zou moeten worden, dat
is een opmerking die zeker hout snijdt in deze zaak. Maar het college vroeg
zich af of het nu op de weg van de raad van Soest ligt om daar de minister
over te gaan schrijven. We hebben de indruk dat dat een weg is die misschien
minder adequaat is. Maar erover praten, ermee bezig zijn, niet alleen hier
in deze raad, maar vooral in de bevolking op alle mogelijke plekken, of
het nu is in de kring van de boeren of van de sporters of van de jeugd,
daar moet de boodschap klinken. Als we het dan over reclame hebben, mijnheer
Meilof, dan ben ik het met u eens als u zegt dat we eens moeten gaan kijken
met die werkgroep naar de reclameborden en dat soort dingen over alcohol.
Ik zeg u dat vele voetangels en klemmen op onze weg liggen, denk alleen
maar aan de vrijheid van meningsuiting die we hebben in dit land, zodat