- 10 -
19 november 1 986
n.
ulaire.
,6%
ir
:geven.
;n
5ok
allen
jaarsnota
e
oede
e
heid,
rste.
e
raad
•jk
voor
;n
-jnt
Ik
de
Dben
rschillen-
in
als
we
men
nemen
n
olrecht
[eenheid
»S-
itwijfeld
.len
voeren.
capa-
Ljk
ardat
ties
Wethouder MENNE: Voorzitter, de wethouder organisatie kan daar misschien
ook nog een bijdrage aan leveren, maar ik heb maandag inderdaad gezegd
in antwoord op de vraag van de heer Van Gelder en anderen, dat wij daar
inderdaad zeer veel aandacht aan zullen besteden, zo we dat al niet deden.
Het voorbeeld van hogere efficiency door minder differentiatie is heel
duidelijk. Daarvan heb ik ook beloofd dat we dat over een jaar zullen evalu
eren, wat daar uitgekomen is aan mensuren extra.
Wethouder KINGMA: Ik denk dat er een paar vragen zijn overgebleven, voorzitter.
Er is een vraag gesteld over de pensioenpremie van instellingen en daarbij
is onder andere geduid op de brief die hier in concept ligt van de muziekschool.
Ik denk dat het hier gaat om de begroting 1987 van de muziekschool en dat
daarbij met het feitelijk percentage rekening kan worden gehouden, vooral
ook omdat het structurele effect in dat opzicht nog niet duidelijk is.
De vraag van mevrouw Blommers of daar ook bij andere instellingen sprake
van is, dat de aanpassing van het pensioenpercentage plaats moet vinden,
met name voor wat betreft het R.W.A., daarvoor geldt dat de salariskosten
voor 100% voor rekening komen van het rijk en dat wij daar dus geen enkel
effect van zullen merken. Uw opmerkingen over de wachtgeldcompensatie,
daar kan ik nog het volgende aan toevoegen. De wachtgeldcompensatie bedraagt
40% -althans dat is het voornemen, want officieel is het allemaal nog steeds
niet- van de korting op de rijksbijdrage voor vier jaar. Die is nadrukkelijk
bedoeld als wachtgeldcompensatie. We kunnen op dit moment volstrekt de
effecten nog niet meten van de bezuinigingen die nog doorgevoerd moeten
worden. Het zou ongepast zijn om de wachtgeldcompensatie nu al bij het
budgettaire plaatje mee te nemen, dat kan pas gedaan worden op het moment
dat duidelijk is waar die wachtgeldcompensatie voor nodig is. Ik wil u
bijvoorbeeld in overweging geven het feit dat weliswaar het nu lijkt dat
een betrekkelijk gering bedrag in 1987 moet worden opgehoest, maar dat
het desondanks toch zo kan zijn dat de wachtgeldcompensatie ook in dat
opzicht een rol zal moeten spelen. Ik zou daarover dus nu geen uitspraak
willen doen.
Mevrouw BLOMMERS: Reden van mijn opmerking hierover was dat wij als fraktie
vinden dat als dat wachtgeld inderdaad in die verhouding naar de gemeenten
gaat dat dat wachtgeld ook in de verhouding die wij hebben afgesproken
voor de verdeling van de bezuinigingen ook wordt verdeeld binnen het algemeen
budget. Ten tweede was het niet de bedoeling om speciaal te vragen hoe
het bij de R.W.A. zit. Maar ik denk toch dat het ook naar aanleiding van
het antwoord van de heer Menne heel erg verduidelijkend zou zijn als wij
wisten welke instellingen voor deze pensioenpremie-verlaging in aanmerking
komen en over wat voor bedragen dat gaat. Want ik ben het met de heer Pothuizen
eens dat wij dat gewoon moeten kunnen narekenen daar we al een begroting
hebben van die instellingen. Dat betekent toch dat het aandeel van de gemeente
verlaagd wordt, dus wat dat betreft zou ik het op prijs stellen als we
zo snel mogelijk daarover alle informatie gewoon op papier zouden krijgen.
VOORZITTER: Het knikken van de heer Kingma wordt in de notulen vastgelegd
als "ja". Als deze discussie is afgerond over de activiteitenplanning/
investeringsplanning voor zover het deze aanpassingen en de invulling betrof
gelet op de net ingediende moties, dan stel ik voor dat we nu overgaan
tot het bespreken van de motie D'66 over het besteedbaar maken van een
deel van de aanwas van de reserves. Die motie is reeds toegelicht door
de heer Pothuizen.
Wethouder MENNE: Deze motie is alleen door D'66 ingediend en is een voorstel
tot het besteden van 150.000,= uit de reserve en 60.000,= van het gas.
Wij menen dat dit voorstel op zich zeer sympathiek is. Wij staan daar ook
i
is