24 -
19 november 1986
- 25
eweest
eden
volgen.
ling.
te
manier
or
t
ens
int.
ilen
Ling
>n.
geval
imma
komen
aan
tege-
ging
daad
ndere
ebben
ting
m
an
k
is
zelf
rlichter.
of
iord
lat
.es,
tot
le
laten
ig
g als
a volgorde
positie
neen
zal
rzorgt.
houder,
tie
geen
de ambtenaar voorlichting met de buitenwereld mag en kan bespreken. Dat
doet hij onder verantwoordelijkheid van een van de wethouders, dat ben
ik in dit geval zelf. Die lijnen liggen duidelijk en die lijnen blijven
duidelijk.
Mevrouw Tomassen vroeg naar het functiewaarderingsysteem en het personeels
beoordelingssysteem. Wij hebben inderdaad een personeelsbeoordelingssysteem,
maar dat zou wat mij betreft best wat uitgebouwd kunnen worden. De situatie
die ik aantrof toen ik hier kwam was zodanig dat je zegt: daar kun je voorlopig
mee leven, gegeven twee omstandigheden, namelijk dat wij midden in een
fase van reorganisatie zitten en je enkele zaken niet tegelijk moet laten
lopen, want een goed personeelsbeoordelingssysteem vergt enorm veel inzet,
daar moet je met veel capaciteit aandacht aan geven. Verder stonden wij
op het punt een nieuwe man aan te trekken voor personeelszaken en organisatie.
Die man is intussen in onze dienst gekomen, nog niet in zijn uiteindelijke
functie, dat gaat per 1 januari gebeurt. Hij is zich intussen aan het
inwerken en is al heel duidelijk ook bezig met organisatie-aspecten. Ik
heb wel de verwachting -dat is hetgeen ik u kan toezeggen- dat wij in het
komende jaar, als we de reorganisatie op zijn eind kunnen hebben gebracht,
dat we dan meer aandacht zullen geven aan de personeelsbeoordeling. U vraagt
ook of we daar een evaluatie van kunnen houden. Ik denk dat dat juist zou
zijn, maar het exacte tijdstip kan ik u niet toezeggen. Ik geloof wel dat
we dat in 1987 moeten doen, dat is dan toch een toezegging.
Twee andere vragen die u stelde betroffen de emancipatie, voorkeur voor
een vrouw bij gelijke bekwaamheid. Het emancipatiebeleid ligt er en we
houden ons daar ook aan. In het algemeen moet je echter constateren dat
bij sollicitaties er niet zoveel dames zijn. Dat spijt mij, maar dat is
gewoon een feit. In principe kom je dan al nauwelijks tot die laatste af
weging die in principe uitgaat van twee kandidaten van verschillende sekse
met gelijke bekwaamheden. Misschien dat we daar toch nog eens met een ander
beleid wat meer aandacht aan kunnen geven. Ik wil dat best deel laten uitmaken
van de evaluatie en dan kunnen we ook dat lijstje met u doorspreken met
hoeveel vrouwen er in dienst zijn, welk percentage dat is en welke functies.
Die laatste twee zaken zouden we begin volgend jaar, februari/maart, wel
in de commissie kunnen hebben.
VOORZITTERDan kom ik bij de heer Menne, u mag iets over het nieuwe ge
meentehuis zeggen en over de beloning niet-raadsleden.
Wethouder MENNE: Voorzitter, u zegt dat ik er iets over mag zeggen, over
een nieuw gemeentehuis. Ik neem aandatu het ook graag had gedaan. We zijn
met een nieuw gemeentehuis intern wel bezig, zoals u begrijpt, want het
staat in het beleidsprogramma dat er rekening mee gehouden moet worden
vanaf 1988. We hebben een half jaar geleden gezegd dat we het voor 1988
niet in de begroting konden reserveren, maar dat wij wel zullen komen in
mei/juni a.s. met een voorstel, een gedachte daarover.
Als u vraagt hoeveel en welke mate
Heer VERHEUS: Ik heb niet gevraagd hoeveel en in welke mate. Ik heb gevraagd
of er bij het college gedachten in die richting leven om eventueel van
het overschot 1986 een bepaald bedrag te reserveren voor dit doel.
Wethouder MENNE: Er is over dat onderdeel nog geen standpunt ingenomen.
Er zijn natuurlijk wel gedachten die leven in het college, maar ik wil er
duidelijk over zijn dat daar geen concrete afspraak over is op dit moment.
Maar er is, zeker bij bepaalde leden van het college, voldoende belangstelling.
Mevrouw BLOMMERS: Voorzitter, mag ik uit het antwoord van de wethouder
afleiden dat de voorgenomen bezuinigingen zoals in de aanbiedingsbrief