17 november 1986
- 38 -
de overheid voor veel geld betaalde zogenaamde deskundige begeleiding.
Heel concreet wat ik bedoel: particulier initiatief in dit geval, geheel
met vrijwilligers, spreekt mij principieel aan. Het is hier in dit geval
mogelijk en dat vind ik een goede zaak. Dat begrijpt ook iedereen van onze
bevolking. Dat heb ik bedoeld en dat slaat natuurlijk niet op de door u
in het vervolg daarop genoemde functionaris. Overigens, over het Landjuweel:
morgen spreken we daar nog over in B&W. Het is in ieder geval zo dat we
principieel zeggen dat wij een garantieverlening willen geven, maar in
welke vorm uiteindelijk daar zullen we morgen nog over spreken, evenals
over de gevraagde subsidie van 15.000,= en de vraag om daadwerkelijke
hulp van de kant van bijvoorbeeld gemeentewerken bij het plaatsen van
hekken en dat soort dingen, als het gaat om dat soort activiteiten die normaal
betaald moeten worden. Wij komen daar woensdag nog even op terug, hoe we
dat het beste vorm kunnen geven. Op zichzelf steunt het college van harte
het Landjuweel, zoals ik ook proef in deze hele raad. We zullen dus kijken
wat we aan hulp kunnen bieden.
Het is nu elf over tien en we gaan snel door met de tweede instantie.
Heer VERHEUS: Voorzitter, wethouder Menne refereert voor wat betreft het
kwijtscheldingsbeleid aan richtlijnen die een dezer dagen, weken of maanden
door de zorg van de directeur van de rijksbelastingen zullen worden toegezonden.
Maar dat hebben wij niet helemaal bedoeld. De bedoeling was dat niet alleen
voor de gemeentelijke belastingen -want dat is er in feite maar één- verruiming
van het kwijtscheldingsbeleid geldt, maar meer in het kader van de tarieven,
zoals rioolrecht, afvalstoffenheffing etc. Die worden door de burgers ook
als een soort belasting ervaren. Zoals de PvdA bij monde van de heer
Van Gelder gepleit heeft voor een soepeler toepassing, denk ik dat de richt
lijnen zoals die voor de algemene bijstandswet gelden in het kader van
het kwijtscheldingsbeleid zuiverder zijn dan de richtlijnen van die directeur
uit Utrecht.
Dan een opmerking over het papier dat we net kregen, tijdens de vergadering.
We hebben meerdere malen aan het college gevraagd om vlot te werken, maar
dit is toch wel iets aan de erg vlotte kant. Ik kan hier dus nauwelijks
commentaar op geven. Er zitten een paar onderdelen in die ons sympathiek
voorkomen, maar ik wil toch morgen eerst in de fraktie bespreken welk
definitief oordeel ik hierover namens de fraktie kan geven. Ik dacht dat
dat woensdag bij de behandeling van de meerjarenbegroting wel kan plaatsvinden.
Ik zou bovendien aan het college mee willen geven dat er op dit wijzigings
voorstel geen post is opgenomen, al was het maar pro memorie, voor het
levensbeschouwelijk onderwijs op de openbare basisscholen. Dat zou ik er
nog graag aan toegevoegd willen hebben.
Wethouder Plomp heeft gezegd dat bij het college de indruk bestond dat
bij Rijkswaterstaat voldoende begrip is voor de geluidoverlast. Ik denk
dat dat niet juist is. Blijkens een artikel in het blad "Beton" van juni
1986 wordt luid en duidelijk verklaard dat, hoewel er nog weinig bekend
is over het toegepaste materiaal, het vrijwel zeker is dat het meer geluid
zal veroorzaken dan asfalt, alleen kost het minder onderhoud. Dus, met
andere woorden: Rijkswaterstaat kiest voor minder onderhoud ten koste van
meer lawaai. Ik vind dat een slechte keus. Ik zou graag van het college
willen weten of het college bekend was met het feit dat de rijksweg A28
en met name het stuk in Soesterberg, als een soort proeftuin beschouwd
wordt. Dat blijkt namelijk duidelijk uit dit blad "Beton".
Dan heeft de heer Plomp nog gezegd dat hij voorstellen met betrekking tot
de rijwielpaden -verbetering en vermeerdering- afwacht. Ik heb niet goed
begrepen op wie er dan gewacht wordt, wie er met voorstellen moeten komen.
De heer Van Logtenstein is mij nog een antwoord schuldig op de vraag in
mijn algemene beschouwingen over de winst die van het gasbedrijf overblijft
nadat de uitkering aan de algemene dienst is gedaan en de verplichte storting