17 november 1986 -Zó óver het reserveren van die middelen en dat naar aanleiding van de discussie in deze werkgroep besloten wordt over de aanwending daarvan, de eventuele aanwending. Dan heb ik nog één punt. Wij zouden het juist vinden- nu de budgettaire ruimte er is- als de accommodatie Smitsveen alsnog weer een jaar naar voren kan worden gehaald. Heer VISSER: Met die laatste opmerking van de heer Van Gelder zijn wij het roerend eens. Er is weer geld genoeg. Ik heb vanavond als gezegd dat Soest steeds rijker wordt. Vanavond hebben we een kwart miljoen verdiend dankzij de twee blaadjes die u ons hebt uitgereikt. Mondeling is nog eventjes toegegeven dat we dit jaar tussen de twee en de vijf ton hebben overgehouden. Daar zit maar eventjes een verschil van drie ton in, kun je nagaan. Mijnheer de voorzitter, als de heer Menne zegt dat hij pas bij de voorjaarsnota van plan is om iets te doen aan het onderwijs voor buitenlandse kinderen, dan denk ik dat dat te laat is. Ik dring erop aan om nu al in ieder geval die mensen te raadplegen die hier zo mee bezig zijn en dat zijn vooral de jongeren tussen de twaalf en de zestien jaar waarvoor het echt pijnlijk begint te worden. Ik denk niet dat wij de tijd hebben om te wachten tot de voorjaarsnota verschijnt, maar dat nu al plannen gemaakt moeten worden om wat aan dat onderwijs en de opvang vooral ook van deze buitenlandse kinderen te doen. Als we het rioolrecht verhogen van 18,= naar 54,= dan moet ik toch opmerken dat wij destijds die huishoudens juist 54,= hebben laten betalen om een beetje de alleenstaanden tegemoet te komen door die minder te laten betalen. Als de staatssecretaris dat niet goed vindt en u trekt iedereen op naar 54,= dan denk ik toch dat dat onrechtvaardig is. Ik handhaaf dan ook mijn voorstel om dit bedrag te middelen zodat de huishoudens wat minder gaan betalen. Ik heb gemerkt dat de heer Menne het daar ook mee eens is, omdat hij daar verder niet op ingegaan is. Waar we geen behoefte aan hebben is opnieuw een discussie over het fietspad het Bremeentje, want ik denk dat we dat zo moeten houden en dat daar ook wel een meerderheid voor in de raad te vinden is. Ik kan mij voorstellen dat de wethouder van financiën geen hondenmepper is, maar ik praat dan toch in ieder geval namens al die kinderen, kleine kinderen vooral, die echt niet meer kunnen spelen op bepaalde terreinen in Soest. Ook de oudere jeugd kan niet meer aanwezig zijn of voetballen op de trapveldjes. Het is toch te erg wat er gebeurt in Soest. Dat staat volledig in een motie en ik handhaaf dan ook die motie. Dat geldt ook voor de wijkagent, omdat ik denk dat wij een partij zijn die vooruit kijkt, dat er toch in de toekomst behoefte zal zijn, ondanks welke werkgroep dan ook, aan meer wijkagenten die echt de wijk kennen. De wethouder van welzijn praat wat mistig over de plannen die er zijn om de jeugd in Overhees wat meer in de greep te krijgen. Ik denk dat die ver schillende pogingen, zoals hij het noemt, in Overhees vaag zijn. Als ik de briefjes lees die C-drie bijvoorbeeld krijgt waarin staat dat het wel mee zal vallen als het donker wordt en als het slecht weer wordt, dat het wel minder zal worden als de scholen weer beginnen. Er ligt zelfs een briefje waarin staat dat het de laatste twee weken toch wel aardig goed is gegaan. Het gaat helemaal niet goed en daarom ben ik ook erg benieuwd wat die plannen precies inhouden, omdat de overlast daar dermate groot is dat ik nogmaals aandring op concrete maatregelen en niet, zoals een van die briefjes sug gereerde door een ingezonden briefje in het wijkorgaan te plaatsen, want dat helpt natuurlijk ook niet. Mijnheer de voorzitter, uw notitie over de politie heeft ook onze instemming. Wij zijn erg gelukkig met die werkgroep van vier raadsleden, dat is er dan één uit de VVD, één uit het CDA, een raadslid van de PvdA en een raads lid van Progressief Soest. Wij vinden het wat jammer voor D'66 en voor

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 317