- 52 -
t
r'oep
Lemaal
3%
arna
eëel
omen
17 november 1986
- 53 -
ch
ast
ch
ind
en.
n
ou
tie
-ste
isloten
liets
tal
.s
:el
ll
:en
met de afwerking en de stemmingen. Als we dat nu allemaal moeten doen, dan
wordt het veel later dan half twaalf. Ik hoop dat u het daar mee eens bent,
met deze gang van zaken.
Heer MEILOF: Voorzitter, excuses, maar de suggestie zat erin dat ik de twee
moties die ik heb afgeleverd, niet ingediend zou hebben. Ik heb de twee
moties nu wel ingediend, wilt u die voorlezen?
Heer VAN GELDER: Voorzitter, is er een bezwaar tegen om die antwoorden
ook woensdag te geven?
VOORZITTERDe antwoorden willen wij nu nog geven. Wij willen de zaak nu
graag afronden met een korte reactie over de verschillende zaken en dan
komt het dik voor elkaar. De moties van de heer Meilof zal ik eerst nog
voorlezen
De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 17 november 1986,
overweegt
- dat ten aanzien van het te voeren tarievenbeleid in de tarievennota en
het beleidsprogramma onder andere wordt uitgegaan van een reële mate
van kostendekking;
- dat een van de factoren die van invloed zijn voor de nadere concreti
sering van hetgeen als reëel dient te worden beschouwd, de financiële
uitkomst van de meerjarenbegroting en de voorjaarsnota is;
- dat het college van burgemeester en wethouders een geleidelijk te
bereiken hogere kostendekking voorstaat en daartoe de tarieven jaarlijks
reëel met 2% wil verhogen;
- dat hieruit niet blijkt tot welk niveau het college een hogere kosten
dekking wil realiseren en op welke termijn;
- dat het de vraag is of de voorgestelde verhoging van 2% op termijn
tot een reële verbetering in de kostendekking zal leiden en zo ja,
hoeveel jaren hiermee gemoeid zullen zijn;
neemt in aanmerking
- dat het voor het verkrijgen en het behouden van een gezonde budgettaire
positie van groot belang is tot toepassing van het profijtbeginsel
te komen;
- dat ook de rijksoverheid daarvan uitgaat door in de afgelopen jaren
flinke kortingen op de algemene uitkering toe te passen;
- dat de financiële gevolgen van deze kortingen alsnog -zoveel als
mogelijk en verantwoord is- dienen door te werken in de tariefstellingen
voor dienstverleningen aan de burgers, waarvoor tarieven gelden die
(ver) beneden de kostprijs liggen;
- dat de structurele budgetruimte voor de komende jaren en de benodigde
middelen om de routine-investeringen en de nieuwe beleidsvoornemens
(zowel investeringen als activiteiten) te realiseren, een belangrijk
budgettair probleem opleveren (zie onder andere pagina 14 en 16 van
de nota van aanbieding);
- dat de tarieven voor de onroerend-goedbelastingen tot het maximum
zijn opgevoerd;
spreekt uit
- dat het aanbeveling verdient meer concreet aan te geven tot welk
percentage de kosten van dienstverleningen aan de burgers door tarieven
dient te worden gedekt en op welke termijn de voorgenomen kostendek
kingspercentages dienen te zijn geëffectueerd;
- dat vorenbedoelde percentages en termijnen voor de onderscheiden
heffingen als volgt dienen te luiden:
gewenste kostendekking 100% voor afvalstoffenheffing/reinigingsrechten
een termijn van 10 jaar, voor rioolrecht 2 jaar, voor begraafrechten
10 jaar en voor de marktgelden 2 jaar.
■jeel
7
D