- 7 -
;1
ie
lunis
?e re
;n
net
-ef t
Iets
"bij
nomen
/incie
ils
In
g al
t-
=r
irder-
n
3^
1
ds
r
P
taf el
eer
le
orberei-
llen
ing
t-
matige
acht
k,
n
gehouden wordt en moet worden met de bestaande voorraad, met name voor
wat betreft de kwalitatieve zaak. Onze bemoeienissen voor wat betreft het
flatgebeuren, als ik dat zo mag stellen, wijzen daar duidelijk op dat dat
ook inderdaad- het geval is.
Verder is het zo dat ook in de brief van de woningbouwvereniging het gebeuren
van de contingenten aan de orde komt. Indien de beschikbare contingenten
niet toereikend zijn en alles wijst erop dat dat in de toekomst het geval
zal zijn, dan zal uiteraard moeten worden gekeken naar alternatieve mogelijk
heden en die zullen dan ook met beleggers worden besproken.
Met betrekking tot de door D'66 gestelde vraag het volgende. Het is juist
dat conform het programma dat in de nota is opgenomen dat er in de maand
mei verdere programmering ter beschikking zal kunnen staan. Ik denk dat
dat voor u voldoende moet zijn. De zaken worden voorbereid in overleg uiteraard
voor de mei-vergadering. De commissie is daar nog voldoende bij betrokken.
De heer Pothuizen wil de nota vaststellen. Wij hebben gezegd: als een van
de bouwstenen gebruiken voor het volkshuisvestingsbeleid. Mevrouw Greefhorst
wil de nota ook vaststellen. Dan is er door de heer Krijger gesproken over
de deelnotitiesDe deelnotities zullen op de juiste wijze ontstaan.
De heer Van Gelder heeft het over de status versus het ontstaan van de
notitie. Ik maak mij met betrekking tot de status van deze nota in relatie
tot hogere instanties geen enkele zorg, omdat ik daar ook geen enkele aanwijzing
voor heb gekregen in de contacten met deze hogere instanties. We hebben
alleen nog niet de persoon gesproken die u gesproken heeft, misschien dat
dat contact nog gelegd kan worden om te kijken hoe het daar wordt ingeschat.
Over de opmerkingen van Progressief Soest met betrekking tot de H.I.D,
de contingenten en de flat-situatie heb ik al iets gezegd.
Kortom, mijnheer de voorzitter, ik denk dat het goed zou zijn om deze volks
huisvestingsnota zoals die aan ons is voorgelegd te aanvaarden als een
van de bouwstenen en dit in samenhang te zien met het voorstel tot verdere
uitwerking van het volkshuisvestingsbeleid. Ik denk dat dat dan hetgeen
is wat wij als college aan u voor moeten leggen.
Heer POTHUIZEN: Ik heb aangegeven dat ik het voorstel van de meerderheid
van het college zou kunnen steunen. Ik heb drie punten genoemd en toen het
vierde, dat we zouden overgaan tot vaststelling. Ik proef uit de woorden
van de heer Plomp die zo zorgvuldig andere woorden kiest, dat hij dan aan
het slot zal zeggen dat het niet is vastgesteld.
Mevrouw GRSEFHORST: Mijnheer de voorzitter, ook wij willen duidelijk zien
dat het vastgesteld wordt, dat het college het dus overneemt. We hebben
een aantal kanttekeningen gedaan, een handvat aangegeven uit een ander
raadsvoorstel. Maar als het vastgesteld wordt, als u dat overneemt, dan
zijn wij akkoord.
ng
e
en
oor
ant
oor-
oorstel
ng
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik vind het jammer dat u niet gevoelig bent
voor de toch wel serieuze signalen die mij bereikt hebben. U zegt dat die
nota al eerder toegestuurd is, maar dat is natuurlijk wel vanuit de ver
onderstelling dat dat concept vastgesteld zou worden. U moet zich toch
ook realiseren dat de nota die eerder is gebruikt in het overleg naar de
Provincie toe, dezelfde is die u nu niet wilt vaststellen maar als een
van de bouwstenen wilt aanmerken. Ik denk dat als u kennelijk volstaat
met het ding toe te sturen en dat vindt dan genade in de ogen van een
hogere overheid, dat, wil je dat kunnen blijven toesturen, je tegen die
hogere overheid toch moet zeggen: ik heb het nu vastgesteld. Dat element
zal erin moeten zitten, in onze besluitvorming van vanavond en dan kan
ik er niet omheen dat je niet én de nota vast kunt stellen én een raads
voorstel 86-206 kunt aannemen, want dan moet je óf de nota aanpassen
voordat je hem kunt vaststellen óf je moet aan raadsvoorstel 86-206 een