- 9 -
kt
delijk
Jn>
den
el
spraak
ermg
ok
och
and
tijds
tellen
alinea
terad.
het voorstel van B&W een gevoelsmatig stuk is waarin afgegaan wordt op
datgene wat men van tevoren al wist, voordat er een volkshuisvestingsnota
lag. Dat vind ik enigszins pijnlijk dat op een gegeven moment er een aardig
kapitaal besteed wordt aan een volkshuisvestingsnota en dat daarna exact
de mening gevormd wordt en neergelegd wordt die er al was. Ik denk dat
dat niet kan, dat dat gewoon een zoethoudertje is waar je veel geld aan
besteedt, dus dat er met andere woorden, dan wel niet nu direct, maar wel
een beslissing genomen moet worden waarin iets gedaan wordt met die nota.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, de vergadering gehoord hebbende
denk ik dat ik namens het college dan moet zeggen dat wij in de eerste
plaats niet tot uitstel van behandeling zouden moeten overgaan, maar dat
wij zouden kunnen overgaan tot vaststelling van de nota als een van de
bouwstenen van het beleid, waarbij we dan uiteraard ook het raadsvoorstel
betrekken en bij de verdere uitwerking zullen moeten kijken in hoeverre
daar mogelijk punten zijn die wellicht niet met elkaar in overeenstemming
zijn. Wij zijn die mening niet toegedaan.
Heer VAM GELDER: Mogen we misschien een korte schorsing?
VOORZITTERU mag een korte schorsing. Wat is kort bij u?
Heer VAN GELDER: Heel kort, vast niet langer dan als het college een schorsing
vraagt.
leid,
VOORZITTER: Twee minuten dus. Ik schors de vergadering.
Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de heer Van Gelder.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik zou graag een voorstel in willen dienen.
Ik weet niet of ik het weer mag voorlezen of dat u het wilt doen?
eetje
ellen
VOORZITTER: Een voorstel mag u rustig doen, maar als het echt een formele
motie is die u wilt overhandigen en deel wilt laten uitmaken van de discussie,
dan wil ik het graag hebben.
zoek.
oeren
e
De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 19 november 1986,
stelt de volkshuisvestingsnota Soest vast.
Dat is het voorstel en dan is de vraag dus aan de wethouder wat hij met
dit voorstel wenst.
gd
ling
Is
ij
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, de vraag is aan de wethouder,
maar ik neem aan dat ik namens het college spreek als ik herhaal wat het
eindvoorstel van het college is: het vaststellen van de nota als een van
de bouwstenen van het beleid, in relatie tot het raadsvoorstel.
Dus dat is wat anders dan wij net hebben gekregen.
VOORZITTER: Het college ontraadt dus dit voorstel aan te nemen. Ik stel
voor om dit voorstel nu eerst in stemming te brengen. Het voorstel van
de heer Van Gelder wordt ondersteund door de PvdA-fraktie, Progressief
Soest en D'66 en de heer Kingma. Het voorstel is verworpen.
lies
at
en
Wethouder PLOMP: Alvorens er misverstanden ontstaan: hetgeen ik namens
het college heb gezegd, heb ik met een vertegenwoordiger van de woningbouw
vereniging, hier aanwezig, besproken. Hij gaat ermee akkoord.Ik wil dit
wel vastgelegd hebben.
VOORZITTER: Dan breng ik nu in stemming het raadsvoorstel zoals dat u heeft