12
19 november 1986
- 13 -
^eni-
'landse
ig
-.eits-
ier
jmmissie
5
reken
schui-
Lieu-
en
srder
at
ng
j
ling
ng
berghof
18. Voorstel tot het vaststellen van de vergoeding over het jaar 1985 op grond
van artikel 191 van het Buitengewoon Onderwijs Besluit 1967.
19. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de uitgaven van het openbaar mavo
over 1985.
De voorstellen 15 t/m 19 worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
20. Voorstel tot het vaststellen van de verordening regelende de taak, samenstelling
en werkwijze van de commissie ouderenbeleid.
Heer WIJMENGA; Voorzitter, nog enkele opmerkingen en wel op drie punten.
We zijn het eens natuurlijk met het instellen van deze commissie, hoewel
wij wel een beetje moeilijkheden hebben met al die categorale commissies
die zijn verschenen en dreigen te verschijnen, maar daar spreken we met
elkaar nog wel nader over. Omtrent artikel 4, lid 4b van de verordening
die taaksamenstelling en werkwijze regelt, denken we dat het niet goed
werkt als de bonden, die vertegenwoordigers voor de commissie kandidaat
stellen, niet ook het recht krijgen om het mandaat van een hen vertegenwoor
digende in te trekken. Het lijkt ons niet juist dat eventueel te doen be
krachtigen met een driekwart meerderheid. Een tweede opmerking is dat een
herhaling van het volledige artikel 8 in de tweede zin van artikel 9 ons
volledig overbodig voorkomt en verwarrend. Het derde punt dat ik wilde
aansnijden is naar onze mening nog het belangrijkste. Wij zouden u willen
vragen om in artikel 3 lid 2 het woordje "na" dat is het eerste woordje
in de tweede zin, te wijzigen in het woordje "in". Het zijn maar twee letters,
voorzitter, maar het is toch belangrijk. Alle in de commissie te vertegen
woordigen bonden zouden dit zeer op prijs stellen. Ik had eerder begrepen
van de betreffende wethouder dat hij tegen deze wijziging geen bezwaar
zou hebben en het misschien in zou bouwen. Misschien neemt hij het nog
over, maar het lijkt mij voor een goed functioneren van deze commissie
van groot belang dat ze over de keuze van de voorzitter geen mogelijkheid
tot onenigheid krijgen en het is daarom, mijnheer de voorzitter, dat wij
u vragen niet te kiezen voor "na overleg met de bonden", wat betekent dat
B&W beslist de commissie gehoord hebbend, maar "in overleg" wat inhoudt
dat B&W en de samenstellende bonden het eens moeten zijn over de keus van
de voorzitter. Ik zal het antwoord van u gaarne afwachten.
Mevrouw TOMASSEN: Wij hebben toch wel bezwaar tegen het herziene voorstel.
Wij zijn meer voor het voorstel zoals het eerst was, dat de vergaderingen
van de commissies openbaar zijn, tenzij over personen wordt beraadslaagd.
Dat er met gesloten deuren kan worden vergaderd als tweederde van de commissie
dat graag wil, daar zijn we niet enthousiast over.
Mevrouw MEIJER: Er stond ook in het verslag dat de commissie unaniem had
geadviseerd om het besloten te doen, maar dat is niet waar. Er was maar
één lid dat gezegd heeft dat het de voorkeur gaf aan besloten vergaderen.
Waarom heeft de wethouder het er nu meteen al ingezet dat het besloten
zou zijn?
Wethouder KINGMA; Voorzitter, de wethouder heeft het er niet ingezet, maar
het college. Dat even als reactie. Ik denk overigens dat ik in de commissie
vergadering de toezegging heb gedaan om inderdaad dat punt nog nader te
bespreken en te kijken of dat er niet op de een of andere wijze nog in
moet. De heer Wijmenga heeft het met name gehad over het feit dat er een
gebrek aan vertrouwen is ontstaan tussen twee vertegenwoordigers of een
vertegenwoordiger van de ouderenbond en de ouderenbond. Dan moet je het
i