- 2 -
23 januari 1986
gebiedje te vullen met woningen en daar zullen we dan ook in de komende
commissie uw aandacht voor gaan vragen. De CDA-fraktie stemt tegen dit
voorstel
Heer VISSER: Ik sluit mij hierbij hartelijk aan, mijnheer de voorzitter.
Ook ik vind dat dat soort bedrijfjes uit de woonomgeving moeten verdwijnen.
Daar ijveren wij voor. Ik vind dat u dit niet toe kan staan, dat u voor die
zaak een ander plekje moet zoeken. Vanavond gaat het dus niet door.
Heer POTHUIZEN: Daar sluit ik mij bij aan, mijnheer de voorzitter, waarbij
ik tevens spreek namens mijn rechter buurvrouw, mevrouw Nolen.
Heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter, ook de fraktie van de PvdA
sluit zich bij de vorige sprekers aan. Mijnheer Van Logtenstein heeft het
zeer juist verwoord. De PvdA stemt dus ook tegen.
Wethouder MENNE: Voorzitter, ik denk dat de planologische zijde beter
door mijnheer Plomp belicht kan worden.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, het gaat hier om een voorstel tot
verkoop van een perceel gemeentegrond en ik wil graag in dat kader de plano
logische opmerkingen maken. Ik constateer dat een aantal leden van de raad
vinden dat dit bedrijf verplaatst zou moeten worden. Ik herinner mij de
diskussies in de commissies. Ik ben van mening dat bedrijfsverplaatsing een
zaak is die natuurlijk de aandacht moet hebben, maar het is dan wel zo dat
dan ook bekend moet zijn waar die bedrijven dan naar toe moeten. Dat is in
deze gemeente een zaak die niet zo eenvoudig zal zijn. Het is bekend dat
wij nogal wat ruimte nodig hebben voor mogelijke verplaatsingen die straks
ook in het kader van de milieu-aspekten nodig zijn. Verplaatsing van dit
bedrijf zal wat de plaats betreft dus op problemen stuiten. Bovendien hebben
bedrijven die verplaatst worden in het bedrijf ook direkt te maken met
financiële consequenties, mogelijk met gelegenheidsaspektenDaarom vind ik
het jammer dat er niet door iedereen de mogelijkheid is geboden om dit voor
stel te volgen, vanuit planologische optiek gezien.
Wethouder MENNE: Voorzitter, het financiële aspekt is duidelijk. Het gaat
toch om een bedrag van bijna een ton. Als dit besluit valt dan kunnen daar
consequenties aan worden verbonden, ik wil niet zeggen 'moeten', maar het
is een toelatingsplan, een bestemmingsplan. Wanneer de consequenties daaruit
getrokken worden, dan zal de consequentie van verplaatsing de gemeente
-behalve deze 100.000,= - ook nog geld gaan kosten. Financieel bezien
zou ik niet aanraden om tegen dit voorstel te stemmen.
Heer VAN LOGTENSTEIN: Ik vind het wat dramatisch klinken, voorzitter. Er
is niets anders aan de hand dan dat wij 20 jaar geleden deze grond hebben
gekocht met de uitdrukkelijke intentie om dat te saneren, een andere be
stemming t geven dan het nu heeft. U heeft als college sinds een jaar een