10 april 1986
- 10 -
tweede fase en in welke fase ook, de bereidheid overeind blijft om niet
alleen te luisteren, maar ook om daarnaar te handelen.
Als er dan op het moment wat kritiek is op het niet overal ingaan op
de opmerkingen en de toelichtingen, de reakties die op het rapport zijn
gekomen, dan is dat uiteraard een zaak dat je niet overal op dit moment
op in kunt gaan, maar ik geef u gaarne de verzekering dat deze op hun
waarde worden meegenomen, dat er rekening mee zal worden gehouden. Dat
is een duidelijke toezegging, ook naar de toekomst. In combinatie met
datgene wat al eerder is gezegd en wat door de voorzitter nog eens is
onderstreept: wat u vanavond doet is niet meer dan kiezen voor een inte
gratiemodel in welke vorm ook, waarbij de weg terug openstaat.
Dat wij daarbij in tweede instantie ook de assistentie nodig hebben
van een adviseur, staat voor mij vast. Ik geloof dat met name het accent
moet liggen op de begeleiding. Van het personeel zal een eigen inbreng
moeten komen, want het is een kwestie van samen optrekken, samen werken
naar een doel. Daarbij wil ik toch nog een keer onderstrepen dat ik
de stellige overtuiging heb dat in grote lijnen het personeel achter
de te nemen beslissing van integratie staat. Het verschil betreft niet
de integratie, maar de vorm. De angst leeft een beetje dat in het huidige
rapport al een keuze gemaakt zou zijn. Dat is niet waar, alles is open
en nogmaals, alle opties zijn bespreekbaar.
Als er door de heer Verheus gevraagd wordt wat 'zwaarwegende nieuwe
problemenzijnkan ik daar uiteraard op dit moment geen antwoord op
geven. Het zal duidelijk zijn dat wanneer met name van de zijde van
het personeel dusdanige argumenten worden aangedragen die zo overtuigend
zijn dat je zegt: op deze weg kunnen we niet doorgaan, dan is daarin
de kiem gelegen voor de stap terug, of voor een aanpassing in de zin
zoals men dat zou willen. Maar nogmaals, dat is een kwestie van overleg,
daarin zul je elkaar moeten vinden. Ik geloof dat het een goede zaak
is om te beginnen bij de volgende fase mei de eventuele misverstanden
over de procedures, want op het ogenblik vallen we vaak over woorden,
over een interpretatie van de procedure. Daarover moet van het begin
af aan duidelijkheid zijn. Een goede start kan alleen als je elkaar
vertrouwt. Op dat vertrouwen wil ik de nadruk leggen. Als we dat hebben,
samen vertrouwen in de toekomst, dan komen we er echt wel.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, het is niet erg als een gemeenteraad
wat meer tijd neemt voor een diskussie als deze.We treden niet elke
raadsvergadering op als werkgever. Dat doen we nu wel, als werkgever
van enige honderden die de gevolgen kunnen ondervinden bij wijzigingen
in de organisatie. In het Burgerlijk Wetboek staat dat een werkgever
zich moet gedragen als een goed huisvader, dat wil zeggen heel zorgvuldig.
Een werkgever moet ook leiding geven aan en sturen met inachtneming
van. Dat wil zeggen dat we ook duidelijk moeten zijn in wat we wel er.
niet willen. De beantwoording van het college is heel duidelijk. Dat
gevoegd bij de meningen waar wij terdege kennis van hebben genomen en
die wij hebben betrokken bij onze beschouwing in deze var. de medewerkers,
maakt dat de gang van zaken tot op dit moment naar onze mening gedragen
wordt door een zeer grote meerderheid, ook van de medewerkers. Er zijn
wel wat kanttekeningen gemaakt. Ik wil voorop stellen dat het raadsvoorstel
dat nu voor ons ligt geen contract is met betrekking tot de verkoop
van een stuk grond uit het grondbedrijf waarbij je alle lettertjes doorlees
of je later niet gepakt kunt worden. We maken hier een afspraak hoe
we verder gaan met betrekking tot de stappen naar beleidsintegratie
Dat is nog zo open, dat er nog verschillende varianten uit kunnen kernen.
Het programma van eisen komt niet in elke variant even maximaal tot
uitdrukking en daarmee geef ik ook aan dat de weging van het programma
van eisen in de eerstkomende stappen mee wordt betrokken. Die eerst-