1 O april 1986
- 12 -
U heeft de uitgangspunten in uw antwoord naar mijn mening voortreffelijk
geformuleerd, alleen moeten wij helaas toch vaststellen dat het besluit
dat we nu nemen daar niet aan voldoet. Ik kan dan ook niet anders dan
onze zorgen nog een keer als volgt samenvatten. Onze grote zorg is dat
dit besluit niet leidt tot een verandering van wat dan ook. Laten we
dan zorgen dat dat zo min mogelijk kost.
Heer VISSER: Ik vrees, mijnheer de voorzitter, dat er van de reorganisatie
geen fluit terecht komt. Dat heb ik al gezegd en sommigen hebben dat
onthouden. Het meest gevaarlijke zinnetje dat ik vanavond gehoord heb
is: stapje terug, we kunnen nog alle kanten op. Als ik dan aan die trein
denk die al door twee sprekers genoemd is, dan lijkt mij het gevaarlijkste
wat een trein kan doen terugrijden. Een term als 'terug naar af' vind
ik levensgevaarlijk. We hebben maar één doel voor ogen en dat is dit
gemeentelijk apparaat in Soest eindelijk eens goed te reorganiseren.
Dat eis ik van u, dat u daaraan voldoet. U hebt de trein op de rails
gezet, u vond het nodig om te reorganiseren. Wij zijn het daar van harte
mee eens, maar dan eis ik van u dat u het tot een goed einde brengt,
vooral voor het geld dat we ervoor over moeten hebben, want dat is nogal
wat. Daarom wil ik dat u goed luistert naar het externe bureau en dat
u de zaak goed reorganiseert. Wanneer voelt een personeelslid zich bij
zijn baas het meest op zijn gemak? Als hij a. plezierig werk heeft en
b. het idee heeft dat hij een vaste positie heeft waar hij niet gauw
weggepromoveerd zal worden, ontslagen zal worden; hij moet een stoel
hebben waar hij lekker op zit, waar hij met plezier zijn werk doet.
Wat zijn baas dan verder reorganiseert, dat zal hem een zorg zijn, als
dat zijn werk ten goede komt, als hij weet dat wat hij doet ook goed
terecht komt. Daarom denk ik dat het wel meevalt met die angst van het
personeel, tenzij zij inderdaad zeggen dat er een nieuw gebouw moet
komen, want dan ben ik hetvanharte met ze eens. Als we de gemeentelijke
organisatie hebben gereorganiseerd, moeten we snel gaan werken aan een
leuk, prettig, goed ogend gemeentehuis. Dat is de tweede opdracht die
ik u geef, ik eis van u dat u een goed gemeentehuis realiseert.
Met het externe bureau moet u het personeel overtuigen dat het organisatie
model het beste is voor deze gemeente. Als u met goede argumenten
komt, dan moet het goed uitkomen, daar ben ik van overtuigd. Ik wens
u daar veel succes mee.
Heer POTHUIZEN: Alle verleiding weerstaand, zie ik ervan af het nog
eens dunnetjes over te doen.
Heer BLOM: Voorzitter, een korte vraag. Ik heb uw reaktie gehoord op
de vragen die gesteld zijn en als ik nog even terugdenk aan wat er eerder
over gesteld is in deze raad en in de commissies, dan constateer ik
dat het woord 'leiding' dat net door de VVD-fraktie genoemd is niet
zo erg is ingevuld. Ik meen uit uw antwoord te moeten concluderen dat
u punt 1 van uw voorstel niet in stemming wilt brengen. Het gaat dus
uitsluitend over punt 2 en punt 3. Het lijkt mij inderdaad goed, gegeven
de onduidelijkheid die er heerst, om nog even door te gaan en naar mijn
mening moeten we daar die 37.000,- voor over hebben. Maar punt in
stemming brengen lijkt mij wat ver gaan, gegeven uw beantwoording.
VOORZITTERMijn antwoord op die vraag luidt dat ik het wel in stemming
zou willen brengen.
Voordat het zover is wil ik proberen nog te reageren op uw opmerkingen.
Daarbij begin ik met de eerste opmerking van mijnheer Krijger en de
laatste van mijnheer Blom, want die zijn een en dezelfde in die zin,
dat zij onderstrepen dat een werkgever niet alleen goede zorg moet hebben