10 april 1986
- 23 -
Mag ik het heel kort maken, mijnheer Blom? U had meestal ook maar een
korte vraag, zo zei u dat ook meestal. Vanavond was dat ook nog zo.
Kenmerkend van uw optreden was dat u zich bewust bent van uw verantwoorde
lijkheid als raadslid en ook daadwerkelijk uw bijdrage wilde leveren.U
wilde zich niet verschuilen achter grote andere ruggen, maar werkelijk
meedoen met al uw inzet.
Zo ook de heer Van Brummelen. Ik geloof dat bij u sprake is, als ik het
goed formuleer, van een oprechte hartelijke inzet, ook lettend op de per
soonlijke verhoudingen. Dat u uw werk nu weer voor moet laten gaan, dat
is jammer, want op zichzelf is het heel goed om uit verschillende sektoren
van onze samenleving mensen in deze raad te hebben.
Als we mijnheer Van Garderen noemen, noemen we meteen zijn principiële
opstelling, die voorop stond en ook tot uitdrukking is gekomen. Ook uw
naam mag met ere worden genoemd. Ik dank u voor de zakelijke kant die
u ook steeds probeerde te benadrukken. Ondanks alle drukke werkzaamheden
deed u dat ook met erg veel inzet. Daarvoor dank.
Ook de heer Van der Klink gaat ons verlaten. Ik heb wel eens het gevoel
gehad dat de raad te weinig gebruik heeft gemaakt van uw financieel-
economische kennis en zakelijk inzicht. Met name in de commissie bedrijven
is uw inbreng groot geweest.Bijzonder hartelijk dank voor wat u heeft
gedaan
Misschien is de heer Ribbink wel degene die werkelijk al zijn vrije tijd
inzet voor de gemeenschap, in de meest ruime zin van het woord. Volstrekt
gericht door zijn politieke overtuiging, een noeste werker. Groot respekt
ook voor uw inzet, jammer dat u weggaat.
Als ik denk aan wat mevrouw Molen hier heeft gedaan, dan wil ik graag
benadrukken dat u de combinatie met uw privé-situatie toch wist te bereiken
met het raadswerk. Dat u het er nog allemaal naast heeft kunnen doen,
met zo'n inzet, daar heeft iedereen, ondanks verschil van inzicht dat
er wel eens is geweest en ondanks de situatie die zich de afgelopen tijd
voordeed, respekt voor gehad. Ik wil u dan ook namens allen danken voor
uw inzet.
Mijnheer Arnold, het was te kort. Daar laat ik het bij.
Tenslotte wil ik het woord nog kort richten tot iemand die ons niet gaat
verlaten, maar die toch even in de schijnwerpers hoort te staan, dat is
de heer Oudemans. Als wij in het college met elkaar samenwerken, leer
je elkaar natuurlijk goed kennen, want bijna elke dag kom je elkaar wel
tegen. De gemeente Soest heeft in een man die zomaar in een keer in de
raad kwam en direkt wethouder werd een geweldig voordeel gehad door de
inzet die u heeft weten te bereiken. Bovendien wil ik u voor het resultaat
waar u steeds op uit was, bijzonder hartelijk danken. Ik noemde al de
reinigingszaak, de zaak Lindner, de reorganisatie. Ook van groot belang
waren de diskussies in het college over allerlei financieel-economische
zaken waarbij wij konden profiteren van uw kennis op dat punt.
De portefeuille personeelszaken- dat zou ik ook naar het personeel willen
zeggen- is de afgelopen vier jaar naar mijn oordeel bij de heer Oudemans
in buitengewoon goede handen geweest, hij heeft de belangen van het persone
ook op zijn bekende, zakelijk wijze, maar zeer goed vertegenwoordigd.
Namens ons allen wil ik hem hiervoor dank zeggen. Hij is een Fries, daar
is hij ook trots op, daar zitten alle kanten aan die bij een Fries horen:
oprecht, open, duidelijk, recht voor zijn raap, staan voor de zaak waarvoor
je staat. Dat heeft u gedaan, zeer bedankt.
Tenslotte, dank aan de echtgenoten, de gezinnen, de assistenten, de ambte
naren en aan de pers. De pers zit er de volgende keer gewoon weer, maar
het is toch correct en ook juist om u hierbij te betrekken, want ook u
bent een onmisbare schakel in het geheel. Ik stel het zeer op prijs dat
u hier altijdhebt willen zitten, ik reken erop dat u er de komende vier
jaar ook weer zult zitten.