10 april 1986
- 24 -
Om het afscheid niet te doen gepaard gaan met lege handen, zou ik degenen
die werkelijk de raad gaan verlaten willen verzoeken bij de heer Van Os
een boek naar hun gading uit te zoeken, als herinnering aan deze periode.
Heer VAN DEN BRAKEL: Voorzitter, door degenen die vanavond de raad gaan
verlaten is mij verzocht u te willen bedanken voor de lovende woorden
die u hebt gesproken. De een heeft het langer meegemaakt dan de ander,
ik was in dat opzicht de oudste. In die twaalf jaar heb ik natuurlijk
wel het een en ander meegemaakt dat in de gemeente gebeurd is. Ik weet
de periode nog dat het Soesterveen het Soesterveen nog was en de mensen
die daar nu wonen roepen nu: Soest moet Soest blijven. Ik heb het hele
Soesterveen feitelijk vol zien bouwen, vele nieuwe ingezetenen voor Soest,
gelukkig ook een hoop jeugd, wat belangrijk is voor de gemeenschap.
De eerste acht jaar zijn misschien leuker geweest dan de laatste vier
jaar, omdat we in de laatste vier jaar moeilijke beslissingen hebben
moeten nemen. In de afgelopen periode begonnen de bezuinigingen en dat
waren voor ons niet altijd de leukste beslissingen, maar het moest.
U had het net over alles wat uit Den Haag op ons af gekomen is. Dat
betekent natuurlijk dat het huidige kabinet
Heer BOLHUIS: Mijnheer Van den Brakel, u sprak namens ons allen!
Heer VAN DEN BRAKEL: Dan heeft u mij misschien verkeerd ingeschat, mijnheer
Bolhuis. Het zal wel noodzakelijk geweest zijn, dat zullen we misschien
in de toekomst nog aan de weet komen. U heeft ons altijd voorgehouden
dat de landelijke politiek niet meespeelde. Maar ik vroeg me bij de laatste
gemeenteraadsverkiezingen toch wel enigszins verbaasd af of Lubbers nu
kandidaat stond voor Soest, want hij stond op de aanplakbiljetten.
Burgemeester, bedankt namens ons allemaal. Ik wil ook de ambtenaren die
ons altijd gesteund hebben en de pers bedanken. Er stonden wel eens stukjes
in de krant die niet helemaal juist waren of verkeerd overkwamen. Laatst
was er nog een hele diskussie omdat een raadslid ook voor de pers werkte,
maar dat zijn van die dingen die in een raadsperiode kunnen gebeuren.
Ik kijk met genoegen terug op deze periode. U zei dat ik voor iedereen
open stond, maar ik vind dat je als raadslid, ongeacht voor welke partij
je zit, aan de hele bevolking je verplichtingen hebt. Ik heb altijd getrach
dat te doen.
VOORZITTERAls aandenken aan deze periode krijgen de heren als eersten
de das met het gemeentewapen. De dames zullen nog even moeten wachten,
want het shawltje is nog niet klaar.
Alvorens de vergadering af te sluiten, zou ik dit nog willen zeggen.
Ik heb net de hele raad bedankt en dan bedoel ik natuurlijk ook de wet
houders. We weten natuurlijk niet wie straks tot wethouder gekozen wordt
en ik wil toch nog van de gelegerheid gebruik maken om te bedanken voer
de collegialiteit en net noeste samenzijn van de afgelopen jaren. Ik heb
er toch behoefte aan om ook in het openbaar te zeggen dat we een goede
periode net elkaar gehad hebben. Hartelijk dank ook voor uw inzet,
voor uw medewerking, mijnheer Plomp, mijnheer Menne, mijnheer Kingma
en ook mijnheer Nieuwenhuijzen die ik graag hierbij betrek.
Dan wil ik nu de vergadering sluiten.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest
van 19 juni 1986.
de voorzitter,