22 januari 1987 - 9 - bespreken. Anders denk ik dat het ordedebat wat mij betreft is afgelopen en dat de fraktiespecialisten de technische discussie hier in de raad gaan zitten voeren. Dat zou geen goede werkwijze zijn, dus ik bepleit om uit overwegingen van goede besluitvorming en een stukje tijd om dat voor te bereiden, dat we dit voorstel met de randvoorwaarden vaststellen en u die zaak verder uit laten werken. Heer VERHEUS: Voorzitter, ik zou graag van het college willen horen of het college met de motie, althans met de strekking ervan moeite heeft. Ik meen al bij de wethouder van openbare werken te beluisteren dat dat niet het geval was. Daarbij lijkt mij dan de motie overbodig. Het college gaat op grond van het huidige voorstel aan het werk en houdt met de wensen die in de motie naar voren gebracht zijn bij de uiteindelijke besluitvorming rekening. Heer OUDEMANS: Voorzitter, in de eerste plaats nog even over de voorstellen die nu gedaan zijn. Daar zit natuurlijk toch een heel nieuw element in, namelijk dat degenen die nog niet hebben toegestemd alsnog de gelegenheid krijgen. Dat betekent dus dat de cijfers inderdaad nog anders kunnen worden en daarom geloof ik dat het idee van de heer Verheus niet juist zou zijn. Er zal inderdaad een nieuwe berekening moeten komen en u heeft van de heer Van Gelder al begrepen dat wij met de drie frakties daar op zichzelf positief tegenover staan. Ik zou nog wel een opmerking willen maken, namelijk dat het een buitengewoon vervelende zaak is wanneer je in de behandeling in de commissies blijkt over verschillende gegevens te beschikken. Er was destijds in de commissie financiën met name geen duidelijkheid over het aantal woningen. Toen ik daar persoonlijk aan het begin van deze week naar informeerde bleek dat de tekeningen die ter inzage gelegd waren geheel achterhaald waren, dat er nieuwe tekeningen waren met nieuwe getallen. Gisteren hebben we daar een gesprek over gehad, toen bleken er weer andere getallen te zijn. Vanavond tovert de wethouder dan geen andere getallen op tafel, want die heeft hij niet genoemd, maar wel andere bedragen. Reden te meer om hier volstrekte duidelijkheid in te hebben en toch bij een volgende gelegenheid een duidelijke becijfering, getallen en bedragen, op tafel te krijgen. Heer VISSER: Voorzitter, de proportionele prikkel van deze motie ontgaat ons, omdat wij wat radicaler zijn en van het begin af aan hebben verkondigd dat er maar één opdraait voor deze wateroverlast die men al tien jaar probeert te draineren en dat is de gemeente. Daarom sluiten wij ons eerder aan bij de brief die vanavond op onze tafel gedeponeerd is en waarin staat dat deze mensen eigenlijk het volle pond willen hebben. Daarom hebben wij de motie ook niet ondertekend, omdat we gewoon vinden dat de gemeente die in een riante financiële positie verkeert, de hele overlast moet betalen en niet anders dan dat. Dat is rechtvaardig en daar staan wij voor. Heer MEILOE: Voorzitter, het voorstel van B&W leek mij een uitstekend voorstel en daar blijf ik tot nu toe helemaal achter staan. Ik zit nog even met de motie. Het eerste punt, dat de drainage beslist geen positief effect mag nebben voer de niet-meebetalerswat eventueel technische gevolgen zou moeten hebben, dat is voor mij reden om te zeggen dat ik niet achter deze motie kan staan, want ik vind het een vrij gevaarlijke uitspraak. Mijns inziens kan dat op een bepaald moment betekenen dat je bijzondere technische voorzieningen moet gaan aanleggen om te voorkomen dat het drainage systeem van de buurman het water weghaalt bij zo'n woning. Dat kan prijs opdrijvend gaan werken en dat lijkt mij niet nuchter. Met de zaken zoals de heer Van Logtenstein het tot nu toe motiveert, kan ik meer achter het voorstel van B&W staan dan achter de motie.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 10