- 16 - 21 mei 1987 - 17 - aan de orde willen stellen. Wij vinden het principieel onjuist dat een koopcontract met een andere partij wordt gesloten waar een soort open eind in zit. U zegt in uw antwoord dat de gemeente bepaalt hoe we de inrichting gaan maken. Dat betekent ook dat de gemeente bepaalt wat het gaat kosten. Daar zijn wij natuurlijk mee akkoord, met deze nadere toelichting, maar we hebben nog steeds niet kunnen ontdekken waaruit die inrichting betaald wordt, het staat niet geraamd. We vinden het daarbij onjuist dat er ook niet een soort schets ligt waaruit we kunnen zien wat we ongeveer gaan doen. Daar kan dan natuurlijk een beetje nadere invulling voor komen, maar dit is zo'n open stuk. De opbrengst van dit koopcontract neemt u wel mee in de opzet van het nieuwe politiebureau, maar dit soort afgeleide zaken brengt u niet naar voren. Ik ben erg benieuwd waar u de dekking heeft gevonden en welke zaken u dus heeft geschrapt. Wethouder MENNE: Ja, waaruit wordt betaald hetgeen in de omgeving van het gebouw waar nu nog het politiebureau is gevestigd bouwrijp wordt gemaakt? Wij zijn daarmee bezig, dat hebben we toen ook gezegd, met een plan. Dat zal een bepaald bedrag kosten. We hebben op 18 april 1985 hier in de raad besloten tot een aftrekpost van 1,1 miljoen voor verkoop van Steenhoffstraat 5 en Van Weedestraat 3. We hebben nu dus een contract voor 1,2 miljoen. We hebben voorts nog geen bedrag voor het pand Steenhoffstraat 5. Indien we de 100.000,= die het verschil aangeeft tussen wat op 18 april 1985 was vastgesteld en het nu behaalde verkoopbedrag bij de opbrengst tellen van Steenhoffstraat 5 dan menen wij dat wij rijkelijk uitkomen. Met de opbrengst daarvan kunnen we het bouwrijpmaken en het bereikbaar maken van het toekomstige bouwwerk op het huidige adres Van Weedestraat 3 betalen. Mevrouw BLOMMERS: Voorzitter, dan moet ik toch zeggen dat in ieder geval een gedeelte van mijn fraktie om principiële redenen tegen zal stemmen, want wij vinden het niet juist dat u óf die Steenhoffstraat 5 niet in een veel eerder stadium als mogelijke bron van inkomsten heeft genoemd, dat had ook al in dat eerdere plaatje meegenomen kunnen worden. Vervolgens beslist u dat u dat bedrag gaat gebruiken als dekking, zonder dat er in de raad over gesproken is. De raad beslist waaruit gedekt wordt. Op deze manier kan je aan het schuiven blijven en wij denken niet dat dat een zuivere zaak is. Wethouder MENNE: Het is zeer zuiver. In het voorstel van 18 april 1985 staat dat netto-opbrengst van beide gebouwen 1,1 miljoen zal zijn. Ik kan u zeggen, mevrouw Blommers, dat ik meer overhoud dan 1,1 miljoen. Het voorstel wordt aangenomen met de aantekening dat mevrouw Blommers en de heer Oudemans geacht willen worden tegen te hebben gestemd. VOORZITTER: We zijn klaar met de agenda, ik sluit de vergadering. 3ouw vergadering van de raad ;bben jerea- Ler Vastgesteld in de openbare 20 augustus 1987. genomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 118