22 januari 1987
- 10 -
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, het is inderdaad een keuze, maar
ik had niet de indruk dat de keuze zo moeilijk was. Ik wil wel nog even
toelichten waarom er een aantal malen andere cijfers zijn geweest. Ik heb
al gezegd dat het een zaak is die in ontwikkeling was en ik had juist de
indruk dat wij gisteren en vandaag ons uiterste best hadden gedaan om u
de nieuwste cijfers te kunnen laten geven. Er is op het laatste moment
nog overleg geweest met de aannemer en dat is niet omdat we het niet gepland
hadden, maar omdat we het zo juist mogelijk wilden hebben. Als ik geweten
had, mijnheer Van Gelder, dat u die gegevens op uw tafel had willen hebben
dan had u ze van mij gehad. Dat is niet gebleken, dat die wens er was;
niet in mijn commissie en ook niet in de commissie financiën. Ik wil ze
u nog zo snel mogelijk allemaal verstrekken, dat wil ik morgen doen.
Feitelijk afwegend het voorstel van het college tegen de voorwaarden die
u heeft gesteld en mijn inschatting van de hoogte van het verschil: ik
heb de stellige overtuiging dat indien wij uw randvoorwaarden overnemen
en wij blijven uitgaan van een krediet van 240.000,= dat wij het hebben
over een verschil van maximaal 5%. Dat is hetgeen waar we het nu over hebben.
Die verantwoording zouden we op dit moment bij het nemen van het besluit f
aan u kunnen overleggen. U vraagt dan ook een maand uitstel om dat te kunnen
doen. Ik wil een tussenvoorstel doen: wilt u mij toestaan om met dit krediet
op pad te gaan, dat volledig te laten uitwerken en bij de eerstvolgende
commissie bedrijven en financiën een volledige toelichting te geven van
alle aspecten die deze ingreep met zich meedraagt? Dat houdt in: alle kosten,
alle plaatjes met aan te sluiten woningen en de consequenties daarvan.
VOORZITTERDat betekent dus dat u zegt: laten we wel het voorstel aannemen
zoals het er ligt, maar met deze toevoeging daaraan toegevoegd. Daar vraag
ik de mening van de raad over.
Heer VERHEUS: Dat voorstel wordt gesteund door onze fraktie, mijnheer de
voorzitter.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, dan zou ik toch even een schorsing willen
vragen
VOORZITTERDat lijkt mij goed. Ik schors de vergadering.
De vergadering wordt na enkele minuten weer heropend. F
Heer VAN GELDER: Voorzitter, wij hebben ook even met onze fraktie overleg
gepleegd.We vinden toch de voorstellen van het college niet overtuigend
genoeg en wij zouden onze motie in stemming gebracht willen zien.
Heer VERHEUS: Wij zullen tegen de motie stemmen. Wij conformeren ons aan
het standpunt van het college.
Heer MEILQF: Idem.
Heer OUDEMANS: Voorzitter, wij zullen de motie uiteraard steunen.
VOORZITTER: De heer Visser niet, om andere redenen. Ik constateer dat de
motie met overgrote meerderheid var. stemmen is aangenomen. Het college
zal zich bij die motie neerleggen.
Heer VISSER: Kunt u dat even uitleggen, want ik begrijp uw vlugge telling
eigenlijk niet.
VOORZITTERIk tel welke frakties allemaal vóór zijn en dat is de overgrote
meerderheid. Als u wilt dat ik tel dan vraag ik degenen die vóór de motie