25 juni 1987 - 6 - wat op zich geen enkele consequentie heeft, louter het voordeel voor de commissie om snel in strikt formele zin te kunnen beschikken over de juiste samenstelling middels officiële leden. De commissie is daar overigens bij uitnodiging voor de vergadering van gisteravond over geïnformeerd, pakweg een dag of veertien geleden. Zoals wij de gewoonte hebben en de interne afspraak in de commissie, als men er behoefte aan heeft om uitgebreid over een punt te spreken of als men een bepaalde toelichting wenst, dan neemt men contact op met de secretaris en dan kan een en ander plaatsvinden. Dat heeft niet plaatsgevonden, waaruit mocht worden afgeleid dat de commissie de mededeling voor kennisgeving kon aannemen. Dat bleek ook gisteravond, er was slechts één lid dat er enige moeite mee had. Als u het heeft over de continuïtiet van de vertegenwoordiging in de commissie, dan is het zo dat reeds bij de discussie over de aard, de soort van commissie zoals die er zou moeten komen, dat punt een belangrijke rol heeft gespeeld. Dus de keus of het een art. 61-commissie moest worden of een andersoortige commissie heeft toen al een rol gespeeld. Ook toen was al de verwachting dat er vrij veel wisselingen in de samenstelling van de commissie zouden zijn. Dat blijkt inderdaad bewaarheid. Dat u suggereert dat een vrij groot aantal plaatsen, met name vertegenwoordigers van Nederlandse instellingen, open blijven is ten onrechte. De enige plek die lang open is gebleven is de plek vanuit de gezondsheidszorg, omdat aan de ene kant de kruisvereniging in deze tijd van prioriteitsstelling en beperkte mensuren een keus moest maken en zei alleen op incidentele basis te kunnen, als het voor hen inte ressant is. De commissie gezondheidszorg zei iets vergelijkbaars, waardoor die plek open bleef. Ik denk dat in alle andere gevallen er min of meer toevallige redenen zijn waarom er sprake is van een vacature. Als er sprake is van een toegezegde evaluatie, dan is nadrukkelijk afgesproken in de commissie minderheden en ook in deze raad bij instelling van de commissie 12 dat na een periode van twee jaar een evaluatie zou plaatsvinden. Dus als u vraagt om een evaluatie op korte termijn, dan denk ik dat ik u moet her inneren aan de afspraak en dat we over ongeveer een jaar de gang van zaken 13 zullen evalueren. Wat niet wegneemt dat alle bijstellingen die moeten plaatsvinden en waarbij binnen de commissie minderheden overeenstemming bestaat ongetwijfeld kunnen gebeuren waar dat nodig is. 1^ Heer BAKS; Een korte reactie nog, mijnheer de voorzitter. Natuurlijk is het zo dat dit raadsvoorstel geen consequenties heeft voor het functioneren van de commissie, dat ben ik met de wethouder eens. Afgezien daarvan, de commissie is zelf diverse vergaderingen bezig geweest met het opstellen van de verordening en dan denk ik dat het op zijn minst elegant was geweest 15 om ze hier op een vroeger tijdstip van in kennis te stellen. Wat betreft het lang open blijven van vacatures is het begrip 'lang' natuurlijk sub jectief. Een paar maanden noem ik al lang. Verder ben ik tevreden gesteld door de beantwoording. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 10. Voorstel tot instemming met de uittreding van de gemeente Maarn uit de gemeenschappelijke regeling Regionaal Sociaal Werkvoorzieningsschap Amers foort en Omgeving. Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 11. Voorstel tot verkoop van grond, gelegen naast het perceel Nieuweweg 97 aan de heer B.J. Nijhuis te Soest. Heer OUDEMANS; De VVD-fraktie zal tegen dit voorstel stemmen om de volgende redenen. In de eerste plaats is de prijs die hier gevraagd wordt, tegen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 125