25 juni 1987
- 12
VOORZITTER: Ik begrijp niet helemaal wat u bedoelt. Met het zakenleven, wat?
Mevrouw GREEFHORST: Dat het gesponsord wordt. Dat is toen duidelijk gezegd.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, op dit moment is er uiteraard
geen inzicht te geven in precies de stand van zaken. Je kan, als je een
krediet ter beschikking hebt, met de bouw beginnen. Een ieder die in Soester
berg langs dat gebouw in aanmaak heeft gereden, kan zien dat men ermee
bezig is. Het is zo dat na afloop kan worden bekeken in hoeverre er ruimte
is. Op dit moment is daar, voor wat betreft mijn informatie, geen ruimte
voor.
Heer VAN GELDER: Hier komen we op terug, want wij vinden dat niet in lijn
met de toezeggingen. U kunt erop rekenen dat we daar nader op terug zullen
komen.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, daar wil ik toch iets bij zeggen.
Het is uiteraard bekend dat die 1%-regeling een belangrijke regeling is.
Ik heb er toen ook bij gezegd -dat zult u zich dan ook nog herinneren- dat
het niet mag gaan ten koste van het bedrag dat voor de sport is opgenomen.
Als daarin ruimte is, dan kan het uiteraard bekeken worden, maar ik wil
eerst kijken of deze materie in het kader van de sport binnen de begroting
blijft. Dat hadden we afgesproken. Het mag niet zo zijn dat de 1%-regeling
ten koste mag gaan van hetgeen voor de sport bedoeld is.
Heer VAN GELDER: Dat is wel begrijpelijk, maar als u terugkijkt naar die
discussie van toen, toen stonden wij op het punt om een voorstel in te
dienen om het krediet te verhogen met een bedrag voor de 1%-regeling. Als
u dan op dat moment zegt dat we dat niet moeten doen, omdat het te vroeg
is, er wordt eerst uitgezocht of het uit het krediet kan, dan is dat toch
in strijd met het standpunt dat u nu verkondigt.
VOORZITTERMag ik de discussie afronden? U heeft gezegd dat u er nog op
terugkomt, dus het lijkt mij beter om er in de commissie nog maar eens
over te praten.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VOORZITTER: Ik constateer dat nu ook de heer Krijger aanwezig is.
Voorstel nieuwbouw gemeentehuis.
Heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter, lang gewacht, stil gezwegen, nooit
gedacht en wellicht toch gekregen. Althans, zo ziet het er nu naar uit.
Vandaar dat we, als de raad dit voorstel aanneemt -en wie zou daar nog
aan twijfelen?- zeker van een historische gebeurtenis kunnen spreken.
Er zijn in de achter ons liggende 20 jaar al meerdere plannen en ideeën
met betrekking tot de huisvesting van ons gemeentelijk apparaat door achter
eenvolgende colleges gelanceerd, om van de kosten nu maar te zwijgen.
Maar tot nu toe is de realisatie van al die plannen beperkt gebleven tot
noodoplossingen. Dat heeft dan als uiteindelijk resultaat tot gevolg gehad
dat we bouwkundig gezien super-gedecentraliseerd zijn gehuisvest. In het
kader van decentralisatie wellicht een succes, maar zeker niet in dat van
doelmatigheid. Bij de college-onderhandelingen vorig jaar, waren alle partij
in deze raad unaniem van mening dat er gedurende deze zittingsperiode nu
eindelijk eens koppen met spijkers geslagen moesten worden. Pardon, spijkers
met koppen geslagen moesten worden. Dit onderdeel van het collegeprogramma
is door het college met voortvarendheid ter hand genomen en de werkgroep
