25 juni 1987 - 14 - daar niet. Ik denk dan ook dat het heel belangrijk is dat het hele college zich voor deze zaak inzet, want er zijn zoveel aspecten bij dat het niet alleen maar door een wethouder huisvesting -als we die dan mogen hebben op dit gebied- gedaan kan worden. De ruimtelijke-ordeningsaspecten ervan zijn van het grootste belang om te zorgen dat alles gelijktijdig klaar komt. We moeten niet denken aan een situatie zoals in Lelystad, waar de hele stad er al stond, maar de trein nog ontbreekt. Ik denk dus dat we op dat punt ons goed moeten realiseren dat het een zeer veelomvattend project is. Anderzijds mag het ook niet gaan ten koste van alles. Ik heb gehoord dat er al partijen zijn die zeggen dat er de komende acht a tien jaar nergens meer geld voor is in Soest. Zij spreken zich nergens meer over uit en doen nog maar één ding: een gemeentehuis bouwen.Een gemeentehuis zonder dorp erom, is geen dorp, dus ik stel voor dat we toch proberen om ook de andere kanten van de samenleving een klein beetje in ogenschouw te houden en niet helemaal te vergeten door onze drukke besognes rond het gemeentehuis. De wethouder van huisvesting, tevens financiën, heeft vastberaden gesproken over de financiële kant. Wij hebben die woorden letterlijk opgenomen en we zullen ze dan ook elke vergadering bij ons hebben. We zijn aan de andere kant blij dat er weer een commissie wordt ingesteld en daarbij wil ik de woorden van de heer Verheus onderschrijven dat het een wat bredere commissie moet zijn dan de vorige, waardoor we het ook werkelijk in de gaten kunnen houden. Helaas was de werkgroep politiebureau een flauwe afspiegeling van wat het geweest had kunnen zijn. We hebben daar misschien van geleerd en zullen het nu beter doen. We geven dan ook graag het college, zoals door u gevraagd, de opdracht alles -dus alle aspecten- van dit ingrijpende besluit om te zetten in voorstellen aan de raad en dit, zoals gebruikelijk in Soest, op zorgvuldige en vlotte wijze. Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, er zijn voorstellen die rijpingstijd vragen en ook een klimaat zonder tegenwind. Van de afgelopen vier jaar herinner ik mij als voorstellen van dit type het politiebureau en brandweer auto's. Voor dit voorstel geldt dat de tijd in 1975 en 1979 en 1981 ook niet rijp was, maar nu dan kennelijk en uiteindelijk wel. Mijn fraktie kan het collegevoorstel steunen en van harte steunen, met een enkele kant tekening daar wel bij. In punt 1 van het besluit wordt gerefereerd aan de structuurschets Dalweg. Over die structuurschets is in deze raad op 16 april 1981 uitvoerig gedebatteerd. Na die uitvoerige discussie ging de raad met 18 tegen 4 stemmen akkoord met die schets. Tegenstemmers waren de driemans D'66-fractie en het CDA-lid Bolhuis. De bezwaren betroffen met name de planologische procedure. Voor wat D'66 betreft waren er eigenlijk twee wezenlijke punten. Wij hadden problemen met de koppeling tussen Dalweg- zuid en Dalweg-noord en de onzekerheid over de financiële haalbaarheid van het plan als geheel. Met Dalweg-noord had ook toen D'66 geen moeite, vandaag dus ook niet. Uit deze geschiedenis en uit de ontwikkelingen tussen 1981 en nu hebben wij geconcludeerd dat we dit voorstel dus kunnen steunen, ervan uitgaande dat ten eerste het college vandaag -net als in 1981- bevestigt dat het niet uit is op een soort salami-tactiek, waarbij ook die onderdelen van de structuurschets die je als utopie zou kunnen kenschetsen toch binnen gehaald zouden moeten worden en ten tweede dat het college ervoor zorgt dat er een bestemmingsplan komt voor dat gebied van de structuurschets waar het gemeentehuis komt en wel met een exploitatie-overzicht daarbij dat laat zien dat die exploitatie sluitend kan zijn. Ik wil alleen maar volledigheidshalve opmerken dat onze steun voor dit plan niet betekent dat wij dus nu ook zonder meer verdere invullingen van die structuurschets zullen kunnen steunen. Heer VISSER: Voorzitter, ik lees u de volgende motie voor: De raad van de gemeente Soest,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 133