25 juni 1987
- 35 -
punten -zoals het feit dat u gaat praten met belangenorganisaties, het
rapport woonwensen van ouderen, dat er nu is- toch tegen moeten stemmen
daar waar het met name gaat om de verdeling van 60% koopwoningen en 40%
huurwoningen.
Mevrouw GREEFHORST: Mijnheer de voorzitter, toch een korte reactie, want
in tegenstelling tot de PvdA is onze fraktie van mening dat het juist een
goede basis is voor een evenwichtig woningbeleid. De bouwstenen die in
november ontbraken, de koopsector en met name ook de ouderen-woningen zijn
er nu aan toegevoegd en daar zijn wij blij mee. Vorig jaar november zei
de heer Snelder, directeur van de Woningbouwvereniging Soest: "We moeten
markt-conform bouwen." Ik denk dat dat nu gaat gebeuren. Trouwens, we sluiten
ook aan op het beleidsprogramma dat we aangenomen hebben voor deze periode.
Dan nog even de beleidsuitgangspunten zoals in de nota staan vermeld, met
name ook over de doorstroming en de uitwerking van niet alleen bouwprogramma's
maar de doorstroming en de verhuis- en herinrichtingskosten: ik mag aannemen
dat we dat tijdig in de commissie r.o. krijgen als die uitgewerkt worden.
Mevrouw TOMASSENWij steunen het verhaal van de PvdA, want wij vinden
ook dat de conclusies uit de volkshuisvestingsnota de basis moeten zijn
van de besluitvorming. Wij vinden dat te weinig terug in uw voorstel.
Heer POTHUIZEN: We hebben blauwe stukken en we hebben witte stukken, voor
zitter. Blauwe bestelt, met objectieve bevindingen van deskundigen en
witte waarin u uw subjectieve waardering daarvan geeft. De vertaling van
blauw naar wit hebben wij niet kunnen volgen en we kiezen dus voor blauw.
Wij willen onder het handhaven van zoveel mogelijk bevorderen van het eigen
woningbezit gelijkwaardige behandeling voor alle Soesters als het om woon
wensen gaat. Kort samengevat betekent dat: 50% koopwoningen en 50% huur
woningen. Die huurwoningen zullen wel nagenoeg allemaal in de gesubsideerde
sector moeten vallen. Van die koopwoningen kan 50% gesubsidieerd zijn en
ongesubsidieerd en 1/3 geschikt voor ouderen in beide categorieën. Het
is een beetje veel, maar het staat netjes op de band, dus het kan weer terug-
verschijnen op papier.
Heer MEILOF: Voorzitter, tot nog toe heb ik getwijfeld tussen de 50/50
en de 60/40 optie. Op dit moment ben ik zover gekomen dat ik er inderdaad
ook van overtuigd ben dat 60/40 een betere oplossing is. Dit heeft te maken
met het feit dat, hoewel het natuurlijk interpretatiegegevens zijn, het
percentage van de huurders dat met een kwalitatieve vraag komt, een erg
hoog percentage is. Dat betekent ook dat als we hier praktische gevolgen
aan geven door voor deze groep te bouwen, we erg grote problemen gaan krijgen
met onze flatverhuur. Dat betekent dat we erg veel mensen van buiten Soest
voor de flats moeten gaan aantrekken, een verloop dat we ook niet wensen.
Daarnaast, dat er in Amersfoort tussen 1987 en 1990 geweldig hoge percentages,
ook binnen hun eigen percentages aan bouw, aan woningen binnen de gesubsidieer
de huursector zullen komen, wat zonder meer een trek vanuit Soest zal veroor
zaken en wat ook alweer een risicofractor wordt als wij datzelfde gaan
doen omdat we dan waarschijnlijk met bepaalde overschotten gaan komen.
Er valt dan een stagnatie van vraag te verwachten, naar de meesten zeggen,
rond 1990. Dan is een laatste factor die ik niet geheel uit wil schakelen,
dat we ook in een tijd van groeiende economie,weer groeiende inkomsten
van mensen,zonder meer ook wensen te stimuleren dat mensen die dat enigszins
kunnen, met een koopwoning starten.
Mevrouw WEIDEMA: Voorzitter, een half jaar geleden, bij de vaststelling
van de eerste volkshuisvestingsnota is nogal wat geharrewar geweest of
die nu in zijn totaliteit aangenomen moest worden of beschouwd moest worden