25 juni 1987
- 42 -
Wij zijn van mening dat, indien u het voorgaande als uitgangspunt aanvaardt,
wat u ook zelf heeft geschreven in uw brief van 24 juni, dat het college
dan alle vormen bespreekbaar houdt. In principe is alles mogelijk, na
goed en zorgvuldig overleg.
7. Hierbij merken wij op vooralsnog gehoor te willen geven aan de wens
van de bibliotheek en Molenschot om de raadsleden betrokken te houden
bij hun activiteiten.
Toch, omdat een bepaalde zaak meer aandacht heeft gekregen dan andere zaken,
even uw brief erbij van gisteren. Die brief heb ik vanmorgen pas gekregen.
U schrijft daarin dat u bij het overleg datuwilt gaan plegen als de raad
u die opdracht geeft, alle vormen wil betrekken. Dat kan betekenen dat
u daarmee recht doet aan de pluriformiteit van deze raad. Want als we kijken
naar wat de raadsfrakties namens hun partijen hebben gepoogd over te brengen
aan de kiezers, dat er grote verschillen zijn in wat men heeft gevraagd,
namelijk óf de Sportstichting opheffen en bij welzijnsplanning onderbrengen,
óf de politiek uit de Sportstichting, óf zorgvuldig overleg en alle mogelijk
heden open laten, óf onderbrengen bij een Sportraad. Zeer pluriform, zo
is de raad en zo is ook de Soester samenleving. Ik denk dat u die mogelijkheden
allemaal op een rijtje kunt zetten in de komende maanden, waarna de raad
het recht heeft -en dat recht zal door niemand worden bestreden of bediscus
sieerd- met in gedachten het beleidsprogramma tot zorgvuldig overleg, tot
een voorstel te komen. Dat sluit niet uit dat de stichting wordt opgeheven,
ik heb eerder gezegd niet getrouwd te zijn met de Sportstichting. Maar
het is wel een afweging, een open afweging naar alle andere mogelijkheden
die er zijn. Wat het ook benadrukt, is dat u als college -dat werkt door
in de raad- bewust wilt luisteren naar de mogelijkheden die anderen ons
willen aandragen. Ook de wijziging in het voorstel zoals bepleit door de
vier frakties die, als we de stemmen tellen, er kunnen zijn maar dan niet
luisteren naar andere stemmen, is onvoldoende, want dan wordt de keus nog
steeds beperkt: met alle geweld moet die stichting onderuit en wat daarna
komt, zullen we dan wel zien. Wij vinden dat niet juist, wij vinden dat
én de vorming van een stichting én de vorming van elke instelling op grond
van de Gemeentewet bespreekbaar moet zijn, waarna de raad het recht heeft
om te kiezen.
Heer MEILOF: Voorzitter, in principe kan ik helemaal instemmen met dit
voorstel van B&W. Wat voor mij de kern is, is dat we hier te maken hebben
met een principe-besluit. Een principe-besluit betekent dat de uiteindelijke
uitwerking, de wijze waarop dat gestalte gaat krijgen, nog niet voor ons
ligt. Daarmee heb ik de indruk dat de heer Krijger soms te zware woorden
gebruikt. Voorzitter, wat ik erg wezenlijk vind, is dat het ook een goed
moment is waarop dit gebeurt. We zijn bezig met de reorganisatie. Tijdens
deze zelfde vergadering hebben we een besluit genomen over de reorganisatie
van het ambtelijk apparaat. Dit is een logisch uitvloeisel van deze zaak
en het is ook heel begrijpelijk dat we hier een besluit over nemen. Vanzelf
sprekend lijkt het mij dat de zaken op financieel vlak en de rechtspositio
nele effecten van dit besluit nog op tafel zullen komen, dat daar nader
over gesproken zal worden en dat -afhankelijk ook van dit type gegevens-
de nieuwe structuur bepaald zal worden.
VOORZITTERIn deze uiterst politieke zaak vind ik toch dat, zeker in mijn
positie, voorzichtigheid en luisteren belangrijker is dan spreken. Daarmee
wil ik aangeven dat ik hier proef in de raad natuurlijk twee richtingen,
maar dat ik daar onderdoormijnheer Krijger, toch een belangrijke overeen
stemming voel. Die is denk ik tot uitdrukking gebracht door wat u heeft
gezegd, mijnheer Krijger, wat ergens spoort met het amendement zoals dat
voorligt. Waar gaat het om? Het gaat erom dat ook u zegt en iedereen zegt
dat er een nieuwe structuur moet komen, dat we moeten onderzoeken welke