17 september 1987
- 8 -
VOORZITTER: Dat laatste heb ik natuurlijk helemaal niet bestreden, in tegendeel,
daar gaat het in wezen om als de raad iets gewijzigd wil hebben. Het gaat
er alleen om dat de toelichting van B&W op een goed moment niet door de
raad kan worden gewijzigd. De raad kan zelf zijn besluit nemen.
Heer BOERKOEL: Ik vraag u niet de toelichting te wijzigen, ik vraag het
raadsvoorstel RV 87-160 te wijzigen.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, als ik daar iets op mag zeggen: het raadsvoorstel
dat voorligt, daar is het besluit en de toelichting volstrekt verweven.
De voorlaatste zin is: Wij stellen u dan ook voor in te stemmen met het
genoemde uitgangspunt Dat is het hele verhaal daarvoor. U zou gelijk
hebben als u voor de vorm van dit stuk had gekozen een toelichting en een
los raadsbesluit daarbij waar dan precies het besluit in geformuleerd staat.
Als u met dit soort raadsvoorstellen komt, dan moet u accepteren dat dit
soort amendementen worden ingediend.
VOORZITTERDan zijn we het eens, als het daarover gaat. We zullen voortaan
iets duidelijk het onderscheid maken tussen toelichting en voorstel.
Heer KRIJGER: Voorzitter, mijn fraktie gaat akkoord met dit voorstel, maar
dat zal ik toch ook beargumenteren. Waarom? Eigenlijk is het een beetje
gek dat je een voorstel moet gaan doen over emancipatie en gemeentelijk
personeelsbeleid, want we hebben toch een aantal grondrechten die voor
iedereen gelden en die geven dus aan dat mannen en vrouwen -of vrouwen
en mannen, hoe je er tegenaan kijkt- in wezen dezelfde kansen moeten hebben.
Waarom dan toch akkoord gaan met een voorstel dat een aantal zaken nader
gaat regelen? Als je uitgaat van uitgangspunten wat grondrechten betreft,
en je kunt constateren dat ondanks die grondrechten een aantal zaken niet
uitwerken zoals je had gedacht, dan zul je moeten overgaan tot wat nadere
regelgeving. Nou, dat kan. In dit voorstel komen dus een aantal suggesties
naar voren die u wilt gaan verwerken in een aantal regels die wij de komende
vijf jaar in Soest kunnen gaan toepassen. En het voorstel dat het college
heeft gedaan begrijpen wij dan aldus: u heeft een aantal reacties gekregen
met een aantal aanbevelingen, aanbevelingen die gedragen worden door grote
delen van onze gemeenschap, velen hebben meegewerkt aan het tot stand komen
van de aanbevelingen, daarop zijn inspraakreacties gekomen en daaruit haalt
u een aantal suggesties die u wilt verwerken in een later aan de raad voor
te leggen nota "Emancipatie en werkelijk gemeentelijk personeelsbeleid".
Veel verder hoeft er niet gegaan te worden, alleen kun je vinden dat datgene
wat u uit de aanbevelingen haalt, te weinig is. Dat vinden wij niet. Datgene
wat u op blz. 1 en doorlopend naar het vierde gedachtenstreepje op blz.2
naar voren brengt vinden wij voor dit moment voldoende om daar een nota
op te gaan baseren die we later zullen gaan vaststellen. Als u meer zaken
gaat innemen -en dan reageer ik ook een beetje op het voorstel van de heer
Boerkoel- dan gaat u een aantal zaken overnemen die wij niet overnemen.
Dan gaan wij daar inderdaad tegenin. Toch ook nog een paar andere opmerkingen.
Bij de suggesties, waar u best nog wel naar zult kijken als u het plan
verder gaat voorbereiden om te komen tot een positief actieplan, staan
zaken waar wij het absoluut niet mee eens zullen zijn, bijvoorbeeld dat
er functies worden aangewezen die alleen maar door vrouwen worden vervuld.
Dat vinden wij niet juist, daar gaan wij niet mee akkoord als u dat ergens
gaat meenemen in een voorstel. Wij vinden het onjuist en tegen de emancipatie
gedachte in dat misschien minder eisen worden gesteld bij benoemingen omdat
het vrouwen zijn. Dat vinden wij niet juist voor de organisatie van de
gemeente. Nog een paar andere zaken. De heer Boerkoel gaf het al een beetje
aan, dat in het g.o. -wat hij heeft aangehaald- iets is opgemerkt wat betreft
de werkwijze van ons, zo gaan we met elkaar om, wat niet passend is. Als