15 oktober 1987 - 33 - Heer POTHUIZEN; Ik heb ook nog even nagedacht over de vraag of je nu op de door de heer Visser ingezette trend van discussiëren zou moeten voortgaan. Ik denk eigenlijk dat de heer Krijger wat dat betreft het goede antwoord heeft gegeven. Ik wil even voorwaardelijk de opmerking maken naar aanleiding van het gehanteerde begrip aarogant' voor het geval de heer Visser meent de discussie desondanks zo nog te moeten voortzetten. Hij schermt voortdurend met één ton. Op het moment dat hij meent daarmee verder te moeten gaan, daag ik hem uit om met een ton op tafel te komen en de informatie die daarop betrekking heeft. Mij is gisteren door een firmant van het bureau telefonisch een ander bedrag genoemd. Wethouder MENNE: Voorzitter, ik wil toch voorafgaand aan een aantal voorstellen die gedaan zijn, aan de heer Visser vragen welke informatie wij dan niet hebben verschaft? Heer VISSER: U hebt een hele stapel boekjes die bij de heer Hulsbergen op de kamer lagen niet doorgegeven aan de raadscommissie die daarover ging. U hebt ook de brief van de heer Duêrmeijer die hij geschreven heeft voordat wij zelfs al begonnen te praten niet bij de stukken aan ons toege zonden. Wethouder MENNE: Mijnheer Visser, op de eerste plaats hebben wij gelijke behandeling betracht ten opzichte van alle architecten. De informatie die wij hebben gekregen van de architecten hebben wij allemaal ter inzage gelegd -daar hebben wij één lijn in getrokken- in de leeskamer. Dat voor wat betreft de informatie, de boekjes en de foto. Dat hebben we gedaan, ook met betrek king tot de door u genoemde architect. Verder hebben we de betreffende brief die binnengekomen is in juni ook toegestuurd aan de verschillende leden van de raadscommissie. Jazeker, daar bent u fout in en ik zou u willen vragen om dat terug te nemen, want ik heb absoluut geen informatie achter gehouden. Dan is het zo, dat voor wat betreft de complicaties, de juridische complicaties inderdaad zorgvuldig zijn nagetrokken. Voor wat dat betreft zijn er geen moeilijkheden te verwachten, aangezien volgens de regels van de BNA kan worden doorgewerkt. Bovendien is het zo dat de door u bedoelde architect ook gezegd heeft dat het moreel voor hem onbegrijpelijk is en dat kan ik mij best voorstellen, echter, formeel is het inderdaad betaald en daarmee afgedaan. Heer VISSER: Als iets moreel niet toelaatbaar is, waarom geeft u daar dan niet aan toe? Wethouder MENNE: Dat is iets anders, wat u zegt. Het is een zorgvuldige afweging geweest, met inbegrip van Heer VISSER: Het is geen zorgvuldige afweging geweest. U weet zelf dat dankzij de steun van mevrouw Gerritse onder andere, dat de heer Duêrmeijer alsnog mocht opdraven, maar toen waren alle standpunten al ingenomen. Wij hebben van de heer Duêrmeijer niets bezocht, geen enkel project. Dus u moet niet zeggen dat ze allemaal dezelfde behandeling hebben gekregen, dat is niet waar. Wethouder MENNE: Dat is wel waar, wij hebben allen dezelfde behandeling gegeven. Het is aan de raadscommissie natuurlijk om te zeggen: we gaan daar en daar heen. We hebben een voorstel gedaan, we hebben ook wat de hoorzittingen betreft gedaan wat wij in meerderheid, democratisch, hebben besloten. Ik dacht dat wat de informatie betreft, als u zegt dat gedurende 16 jaar informatie is verstrekt aan vorige raadsleden en aan de huidige raad, dan is dat natuurlijk allemaal informatie die dan ook voor wat betreft

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 230