19 februari 1 987
- 10 -
Er waren een paar vragen bij van de heer Verheus, waarbij ik al zei dat
ik die vragen ook gesteld zou willen hebben, maar die ik niet wilde herhalen.
Dat ging over het bouwvergunning verlenen en het te langzaam zijn daarvan.
Het ging ook over het bouwvergunning geweigerd zijn door B&W. Op beide
is mijns inziens geen antwoord gegeven. Is de bouwvergunning in eerste
instantie geweigerd door B&W op grond van de wet, zoals bij de stukken
van r.o. lag? Is de bouwvergunning inderdaad een te langdurige geschiedenis
geweest, zodanig dat men het vermoeden kon hebben dat er iets anders aan
de hand was?
Heer EBBERS: Voorzitter, ik wil één ding nog wel even kwijt. De heer Verheus
heeft ook gezegd dat hier een artikel 19 onmogelijk was op grond van het
bestemmingsplan. Daar heeft hij natuurlijk wel gelijk in, maar dat hebben
wij ook niet voorgesteld. Wij stellen voor om een voorbereidingsbesluit
van kracht te verklaren op dit perceel en dan een artikel 19-procedure
te starten. Dat is een heel andere gang van zaken dan de heer Verheus even
zo schetste. Voor de rest blijf ik erbij dat het een kwestie is van een
besluitvorming die een wat vertraagde situatie heeft gegeven en min of
meer de oorzaak is van een dergelijke procedure. De opmerking van de advocaat
is overigens ook door de beroepschriftencommissie duidelijk afgewezen als
niet ter zake doende.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, de bouwvergunning is uiteraard
geweigerd, anders was er verder geen procedure geweest. Dus die weigering
heeft plaatsgevonden. Voor wat betreft de eventuele vertraging in het verlenen
van bouwvergunningen is het zo dat wij met alle macht proberen om bouwver
gunningen tijdig te verlenen, maar het kan zich voordoen vanwege capaciteits
problemen -dat wil zeggen dat er niet voldoende mensen beschikbaar zijn,
of dat er dingen voor moeten gaan- dat bepaalde bouwvergunningen inderdaad
vertraagd zijn. Wij betreuren dat in hoge mate, maar het gebeurt, dat moet
worden gezegd. Voor wat betreft de sancties als men betrapt wordt op illegale
bouw moet ik u zeggen dat wij herhaaldelijk wat dat betreft stukken van
de afdeling bouw- en woningtoezicht krijgen en dat bij herhaling daar door
het college ingegrepen wordt als daar blijkt iets fout te zijn. Dat gebeurt
voortdurend, alleen er zijn gevallen zoals deze, waarbij eigenmachtig wordt
begonnen en waarbij de procedure is gegaan zoals die is gegaan.
VOORZITTERWij discussiëren in twee instanties. Ik zie dat de heer Verheus
er een derde instantie aan wil toevoegen. Een derde instantie is niet de
bedoeling van het reglement van orde dat u zelf heeft vastgesteld.
Heer VERHEUS: Heel kort, naar de heer Ebbers toe, want anders krijgen we
een begripsverwarring. Ik heb wat ik gezegd heb over het niet mogelijk
zijn van een artikel 19-procedure niet bedoeld naar de beroepschriften
commissie toe. Ik heb alleen gezegd dat het college terecht heeft gezegd
dat een artikel 19-procedure in deze situatie onmogelijk was. Vandaar dat
de beroepschriftencommissie voorstelt om een voorbereidingsbesluit te nemen.
VOORZITTER: Ik zou de discussie willen afsluiten met een hoofdelijke stemming.
Boerkoel: tegen, Ebbers: voor, Plomp: voor, Meijer: voor, Baks: tegen,
Visser: tegen, v.d. Breemer: tegen, Gerritse: tegen, Wijmenga: voor, Beijen:
voor, Weidema: voor, Van Logtenstein: tegen, Menne: tegen, Meilof: voor,
Krijger: voor, Oudemans: voor, Tomassen: tegen, Kingma: tegen, Stekelenburg:
tegen, Blommers: voor, Strietman: tegen, Greefhorst: voor, Blaauw: voor,
Van Esseveld: voor en Verheus: tegen.
VOORZITTERHet voorstel van de beroepschriftencommissie is met 13 tegen