- 50 -
18 november 1987
- 51 -
aren-
age
reen-
nst,
ing
en
ng
en,
VOORZITTERWe hebben dus afgesproken dat we gaan evalueren en dan komen
dit soort zaken natuurlijk meer aan de orde.
Heer EBBERS: Wanneer is de evaluatie, voorzitter? Het kan mij niet gauw
genoeg gebeuren, want op dit moment zijn de berichten op de kabelkrant
een ratjetoe. Van mij hoeft het op deze wijze al helemaal niet meer. Die
gemeentelijke berichten kunnen ook op een andere manier, maar daar kom
ik later nog wel een keer op terug.
Wethouder LOGTENSTEIN: De vraag of we op een groter lettertype kunnen over
gaan zal ik nog eens met de Gooi- en Eemlander overleggen. Ik denk dat
het qua ruimtebeslag heel moeilijk zal zijn, maar ik heb de klacht ook
al eens van anderen gehoord, dus ik wil het graag meenemen.
Het tweede punt, wat de heer Ebbers aansnijdt is meer een redactioneel
aspect van degene die de vulling verzorgt.
Heer EBBERS: Die zit zover weg dat hij niet eens ziet wat hij doet.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ik vind het prachtig dat u het zegt, maar ik
kan het hoogstens overbrengen. De heer Ebbers bedoelt -dat heb ik toch
goed begrepen?- de redactionele invulling van de pagina 's van de Gooi
en Eemlander. Daar kan ik hoogstens intermediair zijn, meer ook niet.
VOORZITTERWij hebben geen verantwoordelijkheid daarover. Maar we komen
op die zaken terug op het moment dat we evalueren en dan zullen we er onge
twijfeld verder over spreken.
De begroting van het gas- en caibedrijf is verder akkoord, constateer ik.
VOORZITTERDe begroting van de Stichting Zwembaden. Wie wenst daarover
het woord?
Heer VERHEUS: Voorzitter, het geldt denk ik niet alleen voor de Stichting
Zwembaden maar ook voor de Stichting Lichamelijke Opvoeding en Sport: we
zijn nu bezig met de gemeentelijke heroverweging, waar de raad in december
besluiten over zal nemen. Ik denk dat we twee dingen kunnen doen: óf we
houden beide begrotingen aan tot december -daar zou ik niet direct voor
zijn- óf we keuren ze al dan niet geamendeerd goed behoudens de post personeel.
Dat is natuurlijk toch nog een beetje in het onzekere.
VOORZITTER: U kent de brief die wij daarover hebben geschreven waarin wij
deze twee mogelijkheden hebben aangegeven? Daar moeten we zo meteen over
beslissen.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat al voorzichtig is aangegeven
door de heer Verheus het onderscheid dat je moet maken tussen de discussie
over de structuur, waar allerlei meningen over kunnen zijn, gevormd worden,
beïnvloed worden, die zullen leiden tot een beslissing op enig moment over
die structuur. Ten tweede de besluitvorming, nodig voor dit moment. Ik
denk dat het laatste, besluitvorming voor dit moment, is dat wij niet voornemens
zijn een andere personeelssterkte en andere kosten (want de rechtspositie
regeling is gelijk, dus de kosten zijn gelijk) eruit te halen. Wij zijn
ook niet voornemens om materieel minder voor sport en zwembaden ter beschikking
te stellen. Dat betekent dat er op dit moment geen enkel beletsel is om
de begrotingen goed te keuren. Wij zijn ook gewend, als bepaalde situaties
veranderen, bij begrotingswijziging die veranderingen door te voeren. Dus
ik denk gewoon, heel nuchter gezien, dat niets ons hoeft te beletten om
gewoon zoals we dat altijd doen de begrotingen vast te stellen. Mocht het
zijn dat op enig moment, op grond van welk argument dan ook, door de raad