18 november 1987
- 58 -
college te goed hebben, gezien de brief van het college als aanvulling op
de raadsagenda. In de commissie welzijn is rond dit agendapunt de suggestie
naar het college meegegeven over een verhoging van de eigen bijdrage van
de activiteiten. Wij kregen die brief terug: "Over ons standpunt zullen
wij u nader informeren", dus ik dacht dat die informatie van het college
eerst zou komen, zodat wij daar in eerste instantie al direct op zouden
kunnen reageren.
VOORZITTERAndere opmerkingen?
Heer BAKS: Ik heb nog wel andere opmerkingen, maar ik wilde u eerst als
college de gelegenheid geven uw standpunt kenbaar te maken zodat ik daar
op in kan gaan.
VOORZITTERDat begrijp ik, maar ik wil eerst de eerste ronde even afwerken.
Heer BAKS: Dan maak ik het af. Tenminste, de eerste ronde. Mijnheer de
voorzitter, in de commissie welzijn hebben wij onze kanttekeningen gemaakt
bij een post van 13.200,= op pagina 6, als het gaat over twee vertaalde
berichten wekelijks op de kabelkrant. We hebben in die commissie ook duidelijk
aangegeven dat twee berichten per week erg weinig waren. Het blijkt ook
technisch moeilijk realiseerbaar, is ons ter ore gekomen. Wij willen daar
een ander voorstel voor indienen, namelijk om dat bedrag van 13.200,=
niet te bestemmen om twee keer per week een bericht te vertalen, maar om
die besteden voor taalcursussen voor minderheden. We komen in die zin richting
fraktie van de VVD. We wachten het antwoord van het college af. Is dat
niet ter voldoening van onze wens, dan zullen we de raad via een amendement
om een uitspraak vragen.
Op dit moment kan ik niet reageren op het standpunt van het college over
de eigen bijdrage van minderheden, omdat dat standpunt nog niet bekend
is. Daarmee wacht ik tot in tweede instantie. Als dat standpunt niet anders
is dan wat is verwoord in het werkplan minderheden, dan komen we ook daar
weer met een amendement.
Heer MEILOF: Voorzitter, er zitten een aantal punten in deze wat nauwkeuriger
omschrijving dan voorgaande jaren, waaruit blijkt dat de subsidiestromen
gaan naar zaken die te maken hebben met het isoleren van de buitenlandse
cultuur binnen de Nederlandse cultuur. Die aspecten zou ik zonder meer
niet van subsidie willen voorzien. Ook zaken die betrekking hebben op gods
dienst zou ik geen subsidie willen geven. Daarmee vervalt wat ons betreft
activiteiten als kinderfeest, republieksfeest, krant, excursies vervalt
wat mij betreft als onduidelijke post waar geen invulling van is. Datzelfde
vervalt bij de Marokkaanse zaken: krant, suikerfeest en op bladzijde 6:
bevrijdingsdag, het Phagwafeest en de excursie. Als deze zaken, het geld
dat hierdoor vrijkomt, nu wel besteed kan worden aan zaken die juist met
de integratie van dit bevolkingsdeel te maken hebben, dus in de richting
van wat de VVD voorstelt, intensieve taalcursussen, dan ben ik daar zeer
gelukkig mee.
Heer VISSER: Om op dit laatste in te gaan, mijnheer de voorzitter, wat
de heer Meilof zegt: wetenschappers en pedagogen en deskundigen hebben
juist uitgemaakt dat wanneer je die bevolkingsgroepen in hun waarde laat,
wanneer je ze wel hierbij helpt om dit soort dingen te doen waar de heer
Meilof tegen is, dat juist goed is voor die integratie. Dat geeft juist
wat zelfstandigheid die uitstekend is om de mensen bewust te maken en ook
de confrontatie met de Nederlanders aan te gaan. Dus alles wijst erop dat
je dat soort dingen juist wel moet stimuleren, want anders gaat het juist
verkeerd. Dus ik begrijp dit niet, hoor.