17 december 1987 - A - conclusies kunnen trekken. De brief van de sportbestuurders biedt ons inziens toch wel openingen voor reëel overleg. Er staan ook zaken in die verwijtbaar zijn, met name het tijdpad. De sportbestuurders treft nauwe lijks enige blaam. Je mag van hen toch niet verwachten dat zij het initiatief tot onderhandelen zullen nemen, al zij vermeld dat dit tot nu toe wel het geval geweest is. Vervolgens, mijnheer de voorzitter, een kanttekening met betrekking tot het personeel. Als er personeelsleden zijn die per 1 januari a.s. niet wensen over te gaan in dienst van de gemeente, dan kunnen wij ze ons inziens daar ook niet toe dwingen. Uw brief van 15 december geeft daar ook geen duidelijk antwoord op. Ook daarover zal door het college moeten worden onderhandeld. Tot slot, mijnheer de voorzitter, nog een opmerking over de meest recente voorstellen van de sportbestuurders, namelijk: trek de raadsleden terug uit het stichtingsbestuur en laat de portefeuillehouder voorzitter blijven. Het zal u duidelijk zijn dat dit voor ons onaanvaardbaar is. Daarbij gaat het natuurlijk niet om de persoon van de voorzitter, of om de politieke groepering waartoe hij behoort. Integendeel, zou ik bijna zeggen. Wij hebben bij de college-onderhandelingen vorig jaar unaniem de heer Plomp verzocht of hij zich met de gemeentelijke heroverwegingsoperatie wilde belasten, hetgeen hij toen heeft bevestigd. Wij hadden vertrouwen in zijn persoon en in zijn wijze van onderhandelen. Overigens zijn er binnen het bestuur van de Sportstichting ook leden die met een stichting zonder politieke afgevaardigde heel goed uit de voeten kunnen. Resumerende, mijnheer de voorzitter: u krijgt voor model B van onze frakties het groene licht; het college stuurt de verantwoordelijke wethouder op pad om nu snel de onderhan delingen te starten, c.q. voort te zetten en de commissie ad hoe, waarin alle politieke groeperingen uit deze raad zitting zullen hebben, wordt nauw bij een en ander betrokken om communicatiestoringen te voorkomen. En omdat u in uw brief van 15 december vroeg of er tijdens of na deze raads vergadering kenbaar gemaakt kon worden wie er van de diverse frakties in die commissie zitting zullen nemen: van onze fraktie neemt daarin zitting de heer Baks. Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, in de raadsvergadering van 25 juni j.1. kreeg u opgedragen, als college, een voorstel voor te bereiden tot opheffing van de Sportstichting met daarbij -afgezwakt door een amendement- het voorbereiden van een nieuwe structuur. En dat alles aan de raad voor te leggen vóór 1 januari 1988. De VVD-fraktie stelde voor om niet op mogelijk andere structuren vooruit te lopen en eerst te onderzoeken. Zo'n onderzoek heeft u laten houden en u heeft ook een voorlopige voorkeur bekend gemaakt. Voorlopig, want u wilt niet op voorhand al vastleggen wat wel en niet ge regeld moet worden, althans dat begrijp ik uit raadsvoorstel 87-227. Het uitvoeren van wat de VVD wilde moet ons dus tot tevredenheid stemmen. Hoewel, bij alle mooie intenties -zie het raadsvoorstel- behoort ook een behoorlijke financiële afweging mogelijk te zijn. Die is niet voorhanden. Wellicht dat dat een tijdsvertraging veroorzaakt heeft. De VVD-fraktie is daarover niet tevreden, omdat een afweging dus ook nu nog niet mogelijk is. Wij zijn ook niet tevreden omdat, zoals wij in juni j.1. hebben aangegeven, de bestuurlijke structuur van de sport niet los kan worden gezien van de gemeentelijke organisatie. En daarover zijn nog grote meningsverschillen te verwachten omdat, naar wij constateren, het college niet duidelijk is in de uitleg die gegeven kan worden aan uw laatste brief, de brief van 15 december, als wij die leggen naast raadsvoorstel 87-227. In genoemd raads voorstel, waarin u uw voorlopige voorkeur voor model B aangeeft, wordt er toch van uitgegaan dat de sport de inzet van de sportmedewerkers zelf bepaalt. Uw brief van 15 december geeft echter aan dat u de sport de be stuurlijke verantwoordelijkheid laat, maar de middelen, het personeel in de gemeentelijke organisatie vastpint. Dat lijkt ons niet verenigbaar.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 391