17 december 1987 - 5 - Immers, als men zelf schrijft over een detacheringsmogelijkheid in die notitie, gaat het detacheren toch om het plaatsen in de organisatie van diegenen waarvoor het detacheren geregeld wordt. U zult dus duidelijker moeten aangeven wat u wilt, waarbij wij ervan uitgaan dat u de rechtspostitie regelt -zoals grotendeels al het geval is- maar voor het overige de medewerkers, als mede werkers van en voor de sport aanmerkt. Het leiding geven aan hun werkzaam heden komt vanuit de sport. En niet anders. Al u dat met ons eens bent, dan is ook duidelijk dat wethouder Plomp de uitgestoken hand van de sport heeft gepakt die u nauwelijks heeft opgemerkt in de brief van 11 december. Daar stond ook zoveel in. Immers, het feitelijk beheer van de sport kan slechts waargemaakt worden als men de mensen daarvoor heeft. U moet dat kunnen beamen, omdat het volgens uw jongste schrijven niet primair de bedoeling is de sportmedewerkers in gemeentedienst te nemen. Hoewel uw voorstel tot wijziging van de statuten ons doet vermoeden dat u bij het formuleren daarvan eerder aan een breekijzer dacht dan aan een fluwelen handschoen. Het personeel kan naar onze mening vooralsnog in dienst van de Sportstichting blijven als er overeen gekomen kan worden dat zij in dienst van de gemeente komen. Maar dan zullen zij werken in de structuur van de sport hoe die op enige moment ook zal zijn. Daarover gaan we later nog praten. Andere hiërarchieke verhoudingen zijn ongewenst, onduidelijk en frustrerend voor diegenen die gewoon hun werk willen doen. Overleg betekent ook dat er geen statutenwijziging nodig is, geforceerd hoeft te worden, om het personeel op enig moment in dienst van de gemeente te laten komen. De brief van de sport van 11 december geeft dit ook aan. Wij zijn dus tegen een geforceerde statutenwijziging. U kunt in overleg een heleboel bereiken, ook datgene wat u dus nu zou willen doen. Mocht u punt 6 van uw voorstel tot statutenwijziging willen laten vallen, dan lijkt er naar onze mening nog wel overleg mogelijk over nadere afspraken tussen college en sport. U weet het, punt 6 geeft aan wie nu de inzet bepaalt van de mensen en als u dat eruit haalt dan kun je gewoon praten op welk moment men in dienst kan komen van de gemeente. Afspraken die naar onze indruk in deze raad een brede steun kunnen krijgen, omdat men afspraken kan maken over wat in de statuten uiteindelijk zal worden gewijzigd, welke afspraken/instructies voor de directeur gaan gelden, welke werkafspraken van belang zijn. Als u vasthoudt aan punt 6 in dat voorstel tot statutenwijziging, doet u afbreuk aan uw eigen woorden, genoemd op bladzijde 11 van de nota, waarin u meldt dat de bepalingen van de personeelssterkte -dus de omvang- primair bij de sport ligt, slechts begrensd door de financiële ruimte. Dat betekent dat de sport in een gewijzigde structuur omvang en organisatie bepaalt, slechts door die financiële ruimte begrensd. Uw brief en raadsvoorstel 17 zeggen dan dat de medewerkers van de sport onder curatele van de gemeente komen te staan. U zult waarschijnlijk zeggen dat dat niet uw bedoeling is. Laat de beslissing van vanavond dan aansluiten op uw woorden en laten we dus niets forceren. Verschillen in het beoordelen van de situatie kunnen leiden tot grote tegenstellingen. Dat hoef je politiek gezien niet uit de weg te gaan. Maar laten wij proberen het overleg met de sport zo zinvol mogelijk te laten zijn. Dus niet 'de geest uit de fles'. Wij hebben trouwens toch de indruk dat, welk besluit wij vanavond ook nemen, er een zeer zware wissel wordt getrokken op de flexibiliteit en de inzet van de vrijwilligers in de sport. Daarom willen wij hier vanavond geen enkele voorwaarde vooraf stellen aan dat overleg. Elk voorstel dat zij doen, zullen wij serieus moeten bespreken. Ieder kreeg twee oren, twee ogen en maar één mond. Laten wij ze in die verhouding ook gebruiken. Heer MEILOF: Voorzitter, ik kan het korter houden. Mijn betrokkenheid bij

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 392