19 maart 1987 - 11 - dat we eraan zouden willen besteden betreft, daar kunnen we lang en kort over praten. Wij zijn bereid om het maar kort te houden, want een dorpshuis op een koopje bestaat niet. Dat hebben we de afgelopen jaren kunnen zien. Het is dus inderdaad óf niets doen, óf dit doen waarbij dan dat risico zit. Wij vinden het dat risico waard en we hebben vertrouwen in het plan. Wat ons betreft zou het prettig zijn als er vanavond wel over beslist zou kunnen worden. Mevrouw TOMASSEN; Mijnheer de voorzitter, het verbaast ons helemaal niet dat een aanstaand bestuurslid zegt: ik hou er maar vast mee op, gezien het gekissebis in zowel de commissie welzijn als in deze raad ook weer. Wij zijn het dan ook niet eens met het CDA en de VVD die het voorstel weer willen uitstellen. Wij denken dat we eindelijk eens een keer de knoop moeten doorhakken en dat we Soesterberg eindelijk eens een keer de kans moeten geven. De verkiezingen zijn weliswaar voorbij, want dan mag ineens de biblio theek blijven, dan komt er een prachtige sporthal. Nou, het CDA heeft gisteren niet voor niets verloren, denk ik als ik dit bekijk. Progressief Soest heeft wel waardering voor het rapport van de werkgroep. We hebben geïnformeerd en wat wij belangrijk vinden is dat het verenigingsleven nauw is betrokken bij de plannen. De werkgroep is erin geslaagd binnen de beperkte financiële mogelijkheden die wij als raad beschikbaar hebben gesteld, de oplossing te vinden. Wel vinden wij het noodzakelijk om contacten met C-drie te inten siveren, zodat de activiteiten van C-drie weer in het Dorpshuis plaats kunnen vinden. Wat het gratis gebruik van de ruimten betreft, daarvoor hebben wij wel begrip, maar we kunnen ons ook problemen voorstellen. Ik wil graag van u horen wat voor criteria u denkt te hanteren voor het gratis gebruik. Wat de huisvesting voor de oudere jeugd betreft zegt de heer Verheus net dat er nog maar vijftien jongeren zijn die daar gebruik van maken. Heeft dat niet wat te maken met de vacature die bij de Molensoos op het ogenblik speelt? Die mag niet vervuld worden omdat we moeten kijken wat voor plannen er zijn. Ik denk dat dat er wel degelijk mee te maken heeft. De Molensoos is gedeeltelijk verantwoordelijk hiervoor en die heeft dus vacatures. Wat die huisvesting betreft ondersteunen wij de voorkeur van de werkgroep voor nieuwbouw, omdat een concentratie van jeugd- en jongerenwerk niet gewenst is bij het Dorpsplein vanwege geluidoverlast door vertrekkende brommers midden in de nacht en dergelijke. We denken dat bijvoorbeeld de Banningstraat meer geschikt is. Wel moeten we ons reali seren dat de formatieplaats van de Molensoos zodanig moet zijn dat het werk rond de Molensoos en het jeugdwerk in Soesterberg op een goede manier plaats kunnen vinden. Heeft u hier al ideeën over? Ik denk dat het jeugdwerk vaker open zal moeten zijn dan het nu is. Mijnheer de voorzitter, Progressief Soest ondersteunt uw voorstel en rekent erop dat het Dorpshuis na verbouwing eindelijk eens goed gaat functioneren. Er zijn verschillende besturen en werkgroepen mee bezig geweest en laten we het nu een kans geven. We hopen dat er gauw een nieuw bestuur komt en we wensen dat nieuwe bestuur veel succes toe. Mevrouw MEIJER: Mijnheer de voorzitter, wij kunnen juist zeer tevreden zijn met dit voorgestelde plan ten aanzien van het Dorpshuis in Soesterberg. Met deze plannen voldoet het Dorpshuis zeer zeker aan de doelstelling van een dorpshuis, ondanks een aantal veranderingen en een aantal andere invullingen die eraan gegeven worden. Wij moeten ons eigenlijk realiseren dat het de afgelopen jaren niet zo erg rooskleurig geweest is met het Dorpshuis. Vele besturen zijn er gekomen en ze zijn ook ontzettend snel weer gegaan. We hebben ook ontstellend veel verbouwingsplannen gezien. De een was nog mooier dan de ander, maar het ketste iedere keer weer af op de financiën, omdat het niet haalbaar was. Maar ondertussen werd het Dorpshuis steeds ongezelliger en vuiler, niemand maakte er meer gebruik van. Zelfs de bibliotheek wilde

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 48