- 18 -
19 maart 1987
- 19 -
;n naar
de
ik hadden
Het
1.000,=
ging
inden
r goed,
s op
al van
Wellicht
ns niet
dat
nnu
We
iar hebben
ling
;woording
laar
voren
1. Het
n een
moet
huisvesting
denk
Alleen,
het
om die
ge heeft
aak van
iet college
laarvoor
dus in
loor het
im al
■^ep vermeld
voor een
gesteld
."gelijken
3 omdat
cnsumpties
ame mevrouw
ben, maar
over dit plan
werd dat men
er de rug
Ik denk
en is
oren zouden
reert,
mteraads-
:n gezeten,
:rug te
;uggereerd
het gevolg
raadsvoorstel
behandeld is. Die suggestie wijs ik pertinent van de hand, want dat is
absoluut niet zo. Deze kandidaat heeft zich om heel andere redenen dan
gesuggereerd is, teruggetrokken. Een opmerking over de financiering van
de herinrichting van de politiepost. Mevrouw Blommers wees er ook al op.
Ik heb uit het antwoord van het college begrepen dat de herinrichtingskosten
van én politiepost én gemeentesecretarie gefinancierd worden uit de verkoop
van het bestaande onderkomen en dat alles wat daar meer voor ontvangen
wordt -ik neem aan dat dat een aanzienlijk bedrag zal zijn- gewoon terugvloeit
naar de algemene middelen en dus niet gebruikt wordt om daarmee het Dorpshuis
te financieren. Het is dacht ik ook helemaal niet nodig, want de financiering
is ons punt niet, dat is rond en geeft geen problemen. Het ging ons om
een aantal praktische dingen waar we wel wat bezwaren tegen hadden, maar
nogmaals, kort samengevat ben ik blij met het antwoord van het college,
met name in dit geval van de verantwoordelijke wethouder, want die heeft
een stuk van onze zorgen in dit opzicht weggenomen. Wij kunnen ons, na
de beantwoording, vinden in het voorstel, zij het dat de huisvesting van
de oudere jeugd nadere voorstellen vergt. Nog een laatste opmerking naar
aanleiding van de laatste woorden van de wethouder over die oudere jeugd.
Als ik goed geïnformeerd ben, dan is er bij de Molensoos een vacature.
Dus hoe dat dan precies in elkaar zit dat die oudere jeugd dan zo massaal
als uw informatie luidde naar hun honk komen, dat kan ik niet goed volgen.
Ik heb andere informatie.
Heer MEILOF; Voorzitter, in eerste instantie heb ik gezegd dat ik tegen
dit voorstel was om dat op dit moment op deze vorm aan te nemen. Het feit
dat ik net heb vernomen hoe de zaak speelt rond het komende bestuurslid
dat zich teruggetrokken heeft, dat dat inderdaad geen problematieken zijn
die op zichzelf met dit plan te maken hebben, dat is voor mij een erg belang
rijke zaak. Ik kan nu stellen dat ik voorwaardelijk voor ben. Dat betekent
als het waar is dat er de volgende keer drie bestuursleden zijn, als ik
heb kunnen vernemen dat dat niet met geweldige problemen gepaard is gegaan
omdat er haast niemand voor dit plan te krijgen is, dan ben ik graag voor
dit plan, dat heb ik ook al uitgesproken. Het plan zelf vind ik goed, dus
in die zin kan ik voor het onderliggende plan zijn en deze stelling wordt
weer te niet gedaan op het moment dat er toch problemen gaan ontstaan over
het vervullen van de bestuursfunctie.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, de heer Meilof heeft het juist geformuleerd,
denk ik. Het is een kwestie van: wat willen we voor beleid. Daar hebben
we het nu over en welke mensen moeten het uitvoeren. Als dat alletwee compleet
is, dan kan de zaak van start. Dus ik denk dat hij wat dat betreft volstrekt
gelijk heeft en er net zo over denkt als een heleboel anderen in deze gemeente
raad. Volgende maand, als er drie bestuursleden benoemd zijn, kan het
dorpshuisbestuur pas echt goed van start om een en ander uit te voeren.
Teruggaand naar de opmerkingen, beginnend bij mevrouw Blommers. Ik denk
dat er in ruime mate overleg geweest is met als die participanten waarmee
dat nodig was, gezien de veranderingen die er plaats vonden. De bibliotheek
is bijvoorbeeld zelf met een plan gekomen. Er is in voldoende mate overleg ge
weest. Fysiotherapie, daar geldt precies hetzelfde voor. Het is alleen
niet aan de werkgroep of aan de gemeente om een overeenkomst te sluiten.
Dat is slechts voorbehouden aan het dorsphuisbestuurMaar er zijn dusdanige
reacties dat we toch in redelijkheid mogen aannemen dat een en ander verzekerd
is. Als het gaat om de oudere jeugd, dan denk ik dat slechts één opmerking
van mijn kant past richting de heer Verheus. Voor alle duidelijkheid: vanaf
de zomervakantie is de oudere jeugdsoos niet open geweest, omdat er een
vacature bij de Molensoos was. Maar toen hij wel open was, dus vóór de
zomer 1986, toen was het er bomvol, naar mijn informatie. De constatering
dat de meeropbrengst van de politiepost niet naar het Dorpshuis gaat, is