19 maart 1987 - 20 - juist. De opmerking van mevrouw Blommers over de lift die betaald zou worden uit een mogelijke meeropbrengst van de politiepost, kan ik niet plaatsen. Ik heb het nergens kunnen vinden. Als u het gevonden heeft, dan moet u dat doorstrepen, want de lift zit in de normale financiering en die wordt zeker niet uit een niet-geraamde meeropbrengst van de politiepost gefinancierd. Er staat hoogstens in het rapport (en terecht, denk ik) dat gepoogd zal worden particuliere fondsen te benaderen en dat moet dan de Stichting Dorpshuis doen om te kijken of er met name voor die voorziening, die met name uit een oogpunt van toegankelijkheid voor gehandicapten in dat opzicht een argument kan zijn, mogelijk nog subsidie kan loskomen. VOORZITTERIk denk dat wij tot afronding kunnen komen. Een belangrijk besluit, ik dacht dat de conditie waaronder voldoende is weergegeven door de wethouder en dat wij wat dat betreft op die wijze nu te werk kunnen gaan. Ik moet vaststellen dat enige leden, naar aanleiding van de opmerkingen van mevrouw Blommers, geacht willen worden tegen te hebben gestemd. Dat zijn de heer Beijen en de heer Blaauw. Heer VISSER; Voorzitter, mag ik exact weten waarom deze twee mensen tegen zijn, dan kunnen wij dat in Soesterberg vertellen. Mevrouw BLOMMERS; Kennelijk is dat nog niet duidelijk, ik kan mij voorstellen dat de Soesterbergers dat graag voor de notulen willen weten, ja. De heren Beijen, Blaauw, Krijger, Oudemans en ikzelf stemmen tegen omdat wij vinden dat het juister is dat er meer informatie komt en dat we een weloverwogen beslissing kunnen nemen. Wij hebben voorgesteld het volgende maand te doen als er bestuursleden gevonden zijn om het plan uit te voeren. Nu dat niet gerealiseerd kan worden, houden we onze stem voor en dat betekent in de raad dat we nu tegen dit voorstel zijn. VOORZITTER; Waarvan akte. Aldus besloten en daarmee worden de punten die in het raadsvoorstel als 1 t/m 4 vermeld staan aangenomen. Punt 5 is ver vallen op dit moment, daar komen we later op terug. 10. Voorstel tot het vaststellen van de Algemene Subsidieverordening Welzijn en het daarbij behorende uitvoeringsbesluit. Heer POTHUIZEN; Voorzitter, over dit punt heb ik toch wel wat te zeggen. We zijn het met de bedoeling om de amateuristische kunstbeoefening de subsi diëring daarvan aan te passen, daar zijn we het mee eens. Wat ons zorgen baart, dat is de juridische kwaliteit van deze ontwerp-verordening. Voorstellen van wet en van algemene maatregelen van bestuur die worden door een deskundig adviseur, de Raad van State, bekeken en daar is dus een net stukje kwaliteits bewaking. Als er zo'n orgaan zou hebben bestaan dat deze ontwerp-verordening zou hebben getoetst, dan had u een niet zozeer positief advies ontvangen. In de commissie a.b.z. zijn er een aantal opmerkingen over gemaakt. Ik denk dat dat maar het topje van de ijsberg was, want ook daar waren er mensen die het niet zo leuk vonden om vrij langdurig hierover te discussiëren. Het is natuurlijk ook saai, als het over een verordening gaat. Toch heeft die kritiek maar tot weinig wijzigingen geleid en naar mijn idee is een ding duidelijk: die verordening moest er komen, veel veranderen was veel werk en dan maar beter een slechte verordening, want geen verordening kan nu eenmaal niet. Maar wij zijn als raad natuurlijk voor de kwaliteit van de regelgeving wel verantwoordelijk en op formele gronden kunnen wij achter een slechte verordening nu niet staan. Er is één element dat ons echt zwaar op het hart ligt en ik wil dat toch aan u uitleggen. Er staan twee artikelen in, een artikel 13 en een artikel 55 en beide artikelen hebben betrekking op ombuigingen. Ombuigingen dus in neerwaartse richting. Artikel 13 hanteer

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 57