19 maart 1987
- 24 -
kunnen als raad een verordening vaststellen, bepalingen van verordeningen
vaststellen binnen het kader van wetten en van algemene rechtsbeginselen.
De regeling zoals die hier staat voldoet daaraan, aan dat criterium. Mocht
het zo zijn dat als we een besluit nemen op grond van deze regeling in
artikel 55, het aangevochten wordt dan is het aan de rechter om te bepalen
of het besluit al dan niet goed gemotiveerd is. Dan sluit ik mij geheel
aan bij wat de heer Kingma zegt, dan zul je uiteraard uiterst zorgvuldig
zo'n besluit moeten formuleren, moeten afwegen, dat weergeven, de gronden
waarop je het besluit. Dan is het aan de rechter om te oordelen of je dat
goed hebt gedaan of niet. Zo werkt het en dus op zichzelf kan je het
rustig doen. Ik wijs er wel op dat als de raad dit artikel niet zou willen
overnemen, met name ook die kwestie van dat half jaar, want daar zit dan
inhoudelijk natuurlijk het punt, dan betekent dat gewoon een begrotings
verstoring. Want je moet natuurlijk wel berekenen dat je dan voor dat extra
half jaar toch moet betalen omdat dan artikel 13 geldt. Dat betekent dat
je dus een jaar aan die verplichting vastzit dan. Wij hebben gedacht, juist
omdat die kortingen tegenwoordig zo groot zijn en we daar zoveel problemen
over hebben gehad en de raad zo vaak heeft gezegd dat dit moest worden
doorgesluisd, en juist om rechtszekerheid te geven aan degenen die gebruik
maken van deze verordening, dit erin te zetten. Juist omdat het onduidelijk
was. Dat wilde ik graag nog toevoegen. Als uzegt datudat niet wilt, dan
is dat gewoon ook een financieel probleem.
Mevrouw GREEFHORSTVoorzitter, het gaat wel over mensen die dan op straat
komen te staan en niet om een begrotingswijziging enkel.
VOORZITTERNatuurlijk, maar het gaat erom of je het inhoudelijk wil, maar
ook om een stuk rechtszekerheid te geven naar degenen die gebruik maken
daarvan, dat als er een rijkskorting komt -het is niet onze schuld in deze
zaak, het wordt van boven af gekort- je dat op een correcte manier, die
je van tevoren aangeeft doorgeeft, die korting. Als je niet van tevoren
aangeeft hoe je dat doet, dan denk ik dat je minder correct bent. Het lijkt
mij verstandig.
Heer VAN GELDER; Even voor alle duidelijkheid. De bedoeling van dit artikel
is om daar waar de oorzaak van het ontstaan van die rechtsonzekerheid voor
de instellingen volstrekt buiten de gemeente ligt, in casu de rijksoverheid,
dat daar waar na discussie in de Tweede Kamer etc. door de meerderheid
de beslissing genomen wordt waarvan we nu zeggen: eigenlijk had die beslissing
niet genomen moeten worden, je zegt: dit artikel moet je laten staan, om
dan niet de gemeente in de knel te brengen. Daar waar een onredelijke beslis
sing wordt opgelegd, zouden wij die onredelijke beslissing niet kunnen
doorgeven. Dat is de essentie, dus in essentie komt het erop neer dat wanneer
de rijksoverheid dit soort onredelijke beslissingen binnen de termijn die
daarvoor gesteld wordt niet zou nemen, hoeft dit artikel niet te worden
toegepast.
VOORZITTERIk ga niet uit van onredelijkheid of redelijkheid van de rijks-
besluiten. Ik ga uit van het besluit als zodanig. En als het besluit er
is, dan is er nu eenmaal de regel om de gevolgen daarvan door te geven,
tenzij we dat niet willen, maar dan nemen we het besluit niet, het uitvoerings
besluit. Maar als we dat uitvoeringsbesluit wel nemen, dan moeten we dat
gewoon kunnen doen en dan is het verstandig dat men van tevoren weet hoe
je dat doet.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, zou het terug kunnen komen in de
commissies a.b.z. en welzijn, omdat er toch een aantal onduidelijkheden
inzitten. Het gaat hier over bezuinigingen, welke mate waarin, want dat