16 april 1987
- 14 -
te gaan doen.
Heer BOERKOEL: Is het ook mogelijk antwoorden te krijgen, mijnheer de voorzitter?
Daar waar het ging over stimulering werkgelegenheid heb ik een concrete
vraag gesteld met betrekking tot de financiën van Job Creation, om dat uit
incidenteel te doen. Er is wel geantwoord dat we op de hoogte zullen worden
gesteld, maar het tweede deel van de vraag is niet beantwoord.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, ik heb er geen enkel bezwaar tegen om, als
één keer een vraag gesteld is, om dan twee keer het antwoord te geven.
Ik wil dus nu voor de tweede keer het antwoord geven dat ik in eerste instan
tie ook gaf. U heeft als fraktie een brief geschreven aan het college waarin
u vragen stelt en suggesties doet met betrekking tot Job Creation en ook
de wijze waarop de financiering van Job Creation zal plaats vinden. Ik
heb in mijn eerste antwoord gezegd dat u op die brief een antwoord krijgt.
Als u nu na het deponeren van die brief bij het college hier de vragen
stelt die ook al in die brief zijn gesteld en ik zeg tegen u dat u een
antwoord op uw brief krijgt, dan is daarmee implicitiet beantwoord wat
u wilt weten. U krijgt antwoord op de vragen om dat u die vragen en die
suggesties in de brief heeft gedaan. Het heeft dus geen zin om hier vooruit
te lopen op het antwoord dat u van het college per brief zult krijgen.
Wethouder MENNE: Ik wil toch nog even aanvullen, want ik heb hier het verslag
van de directeuren, dat is een kort gesprek van de wethouder onderwijs
met de directeuren van de openbare basisscholen in november 1986. Op bladzijde
2 staat wat de verschillende overwegingen zijn en uiteindelijk staat er
dan: "De conclusie is: de directeuren vinden dat subsidiëring van dit onder
wijs een noodzaak is."
VOORZITTERIk stel voor dit verslag nog een keer ter inzage te leggen
voor degenen die niet geloven dat het er zou zijn. Het is er dus wel.
Mevrouw MEIJER: Noemt u dit een verslag van een inhoudelijke discussie?
VOORZITTER: Dat doet er niet toe. Het is het verslag van een gesprek, dat
is duidelijk en dan moet u niet zeggen dat het er niet was.
Heer KRIJGER: Graag nog een kort antwoord. Wij verwachten dat het college
het zelf op de agenda zet voor de commissie r.o.een toelichting over welk
schema nu noodzakelijk schijnt te zijn om tot oktober te wachten met concrete
voorstellen.
VOORZITTEREr is toegezegd dat er in die zaak in de commissie een tijdschema
komt en uiteraard zal er dan meteen een toelichting gegeven worden.
Ik stel voor de discussie nu af te ronden en de besluitvormingspunten vast
te stellen, zodat daar geen misverstand over bestaat.
1Kennis te nemen van de autonome ontwikkelingen en de daaruit voortvloeiende
begrotingswijziging vast te stellen.
Akkoord.
2. In te stemmen met de voorgestelde uitgaven behorende tot de categorie
van de zogenaamde 3 O's.
Akkoord met de aantekening dat de VVD geacht wil worden tegen de proef
met de brandweerauto's te hebben gestemd.
3. De restant post incidenteel onvoorzien 1987 vast te stellen op 79-082,=.
