19 mei 1988
- 3 -
alsnog plaatsen van een grofmazig hekwerk als bedoeld in het K.B. van 19
november 1986 en c. de indiening van een bouwaanvraag voor dit hekwerk.
Welke maatregelen denkt u te nemen om te voorkomen dat de groene
schuttingmuur verder wordt uitgebouwd om en langs het terrein?
Het ligt niet voor hand dat het bedrijf verder bouwt aan de erfscheiding,
aangezien op grond van genoemd Koninklijk Besluit slechts vereist is om
langs de noordoostelijke terreingrens een hek te plaatsen.
Op 11 juni a.s. vervalt de beroepstermijn waarbinnen v.d. Eist moet
voldoen aan de brandbeveiligingsverordening, zie uw brief van 11
s februari 1988. Bent u bereid ons in de commissie algemene bestuurszaken
van 30 mei a.s. verslag te doen van uw onderzoek (brandweerrapport) en
uw voorgenomen maatregelen in deze?
Het antwoord daarop is kort: ja.
s Heer VISSER: Het dat laatste antwoord ben ik zeer tevreden en ik hoop ook
dat u, mijnheer de voorzitter, want u bent voorzitter van die commissie,
het op de agenda zet zodat eventueel mensen die daar willen inspreken op
die commissievergadering, wat alleen kan als u er een agendapunt van maakt,
ook de gelegenheid krijgen om hier wat over te zeggen. Als ik de antwoorden
op de vorige vragen goed begrepen heb dan gaat dus de groene schutting weg.
- Daar ben ik erg blij om. Dan komt er alsnog het grofmazige hek, dat
inderdaad heel anders moet staan dan de schutting die er nu staat, want die
n staat evenwijdig met het gebouw, terwijl die grofmazige hekken loodrecht
op het gebouw naast de ingang moeten staan. Vandaar dat wij ons verbaasden
over de toestand die er nu is. Maar ik heb alle vertrouwen in het gesprek
dat gevoerd is met de heer Van der Eist en waarin dus toegezegd is dat een
en ander alsnog terecht komt, want zo heb ik de antwoorden begrepen. Ik
hoop dat dat dan op korte termijn is. Heeft u dat ook met de heer Van der
Eist afgesproken, een termijn in deze? Dan ben ik verder wat mij betreft
tevreden met de antwoorden, al denk ik dat één keer in de week een controle
op een dergelijk bedrijf op een willekeurig tijdstip of op verschillende
tijdstippen toch iets te weinig is. Als u zegt dat het inmiddels schoon is,
dan heb ik daar alle twijfels over. Als een en ander inpandig moet
geschieden, dan heb ik daar ook nog steeds twijfels over. Ik hoop dus dat u
nog even blijft volhouden met het controleren door uw milieu-ambtenaren van
et dit bedrijf en dat u af en toe in de commissie daar dan ook verslag van
doet, zodat wij de zaak op de voet kunnen volgen.
en
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik heb het misschien niet
voldoende beklemtoond, maar wil dat alsnog doen, dat de heer Van der Eist
toegezegd heeft om op korte termijn over te gaan tot de zaken die ik
genoemd heb. Verder is het zo dat op de agenda van de commissie algemene
m bestuurszaken uiteraard het brandweeraspect komt en niet de hele
liet problematiek.
VOORZITTERKunnen we het hiermee afronden? Mijnheer Visser en anderen
dit akkoord? Dan gaan wij over naar het tweede stel vragen, van de heer
Boerkoel. Mijnheer Boerkoel, ook u krijgt de gelegenheid tot een korte
toelichting.
Heer BOERKOEL: Inderdaad, mijnheer de voorzitter, heel kort. Wij hebben de
vragen gesteld omdat wij regelmatig gevraagd worden door verenigingen van:
de voorstellen zoals jullie doen, daar lijkt het op alsof er financiële
risico's door de verenigingen genomen zouden moeten worden. Ten aanzien van
een vraag bij punt 4 is al door mij gesteld, dat het nimmer de bedoeling is
geweest van de vier fracties dat de verenigingen op welke manier ook
st
wij