4
Vereniging Soesterbergs Belang goeddeels beantwoord zijn met de hiervoor
bedoelde antwoorden, die ik hieraan voorafgaand heb gegeven. Aanvullend kan
worden opgemerkt dat ten aanzien van punt 3 van de brief die ik net heb
geciteerd, Rijkswaterstaat reeds heeft toegezegd bereid te zijn de maatregelen
aan het wegdek verder door te zetten, enige honderden meters voorbij de
Richelleweg. Wij hebben reeds aangegeven in de beantwoording van de door de PvdA
gestelde vragen dat wij een overschrijding van de wettelijke norm met 1 dB(A)
significant, dus betekenisvol achten. Tot zover de beantwoording, voorzitter.
VOORZITTEREven nog, mijnheer Plomp. Bij de beantwoording van vraag 2 die
luidt: Bent u bereid de Staat der Nederlanden te dagvaarden voor de rechter en
hen te dwingen de geluidsbelasting terug te dringen tot het wettelijk
toegestane? hebben we geantwoord: ja. indien na controlemetingen blijkt dat de
wettelijke grenswaarde wordt overschreden. Daar moet natuurlijk bij staan: en
het open gesprek dat dan plaats moet vinden, wat afgesproken is, niets oplevert,
althans, onvoldoende. Dat is natuurlijk een duidelijke aanvulling, dat moet
natuurlijk wel zo gelezen worden.
Dan geef ik graag aan mevrouw Stekelenburg de gelegenheid om kort te reageren.
Mevr. STEKELENBURG: Dank u wel voor de antwoorden. Voorzitter, uit de brief die
mij vandaag bereikt heeft van over het overleg van 22 januari waar het college
van burgemeester en wethouders bij is geweest, van Rijkswaterstaat, daar kom ik
op pagina 3 tegen: "Ten aanzien van controlemetingen mekt V.R.O.M. op dat
geconstateerde verschillen tot 3 dB(A) in principe nog geen aanleiding behoeven
te zijn aanvullende maatregelen van de wegaanlegger te eisen." 3 dB(A) wil
zeggen: een verdubbeling van het geluid. Deze 3 dB(A) valt dus onder die
significante verschillen. Als wij nu op voorhand constateren, nu, dat wij op dit
moment inbouwen 1 dB(A) verschil in het theoretische geval met de cijfers die u
en Rijkswaterstaat ons steeds noemen, dan denk ik dat het uit gaat komen op 4
dB(A)Dan denk ik dat als het uitkomt op 4 dB(A) dat die heren deskundigen bij
Rijkswaterstaat mogelijk niet meer zo deskundig gezien worden, want dat is
natuurlijk een gigantische overschrijding. Ik denk dus dat we reuze uit moeten
gaan kijken dat als wij nu niet vragen aan de rechter om een uitspraak, dat de
rechter ons over een jaar als wij dan naar hem toegaan zal zeggen: gemeente
Soest, u kon al weten toen de afspraak gemaakt werd dat er 1 dB(A) verschil in
zou gaan zitten, waarom heeft u toen niet geprotesteerd? U heeft gezamenlijk met
Rijkswaterstaat en de Regionaal Inspecteur een brief geschreven aan alle
bewoners, die heeft u ondertekend en die brief heeft dus een status. Je kunt
niet zeggen dat die brief er zomaar gekomen is. Ik zie die brief als een soort
juridische weergave van het gesprek. Dat impliceert dat de rechter zich daar dan
ook aan zal houden en zal zeggen: u wist het en u heeft dus ook dat risico
genomen. Daarom zeggen wij dat u nu aan de rechter moet vragen om die toezegging
te doen dat de theoretische modellen kloppen met datgene wat zij ons steeds
voorhouden. Wij hebben niets aan een mening van Rijkswaterstaat, we hebben
uitsluitend iets als we dat zwart op wit hebben, getoetst aan de theorie. Want u
weet dat de theorie bij deze wet voor de praktijk uitgaat. Bij metingen zijn er
altijd mogelijkheden die beïnvloedbaar worden door de omgeving enzovoorts
waardoor er een ander beeld ontstaat en daar houden zij dan ook weer rekening
mee. Daar zit dan onder andere die 3 dB(A) in, de significante verschillen. Dus
ik denk dat we uitermate voorzichtig moeten zijn dat we niet over een jaar hier
tot de conclusie moeten komen dat we te laat zijn geweest. Bovendien denk ik dat
het helemaal zo gek niet zou zijn om een zorgvuldigheidsprocedure te starten bij
de rechter zodat we ons daar later op kunnen beroepen.
VOORZITTER: Ik constateer dat de heer Oudemans nu ook aanwezig is.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, nog ter aanvulling en ook in antwoord
op hetgeen mevrouw Stekelenburg zegt ben ik van mening dat ik namens het college