19 mei 1988 - 29 voorstel wensen te maken. Wij willen als gemeente wat, onze onderhandelingspartner wil het niet. Waarom doen we het dan? Dat is dus de et vraag, het geheel of een gedeelte. En punt twee is dan de prijs die gevraagd wordt voor dat stuk dat verkocht wordt, namelijk 75,— per m2 en d in een vergelijkbaar geval 115,- per m2Ik wil daarbij aantekenen dat als het erom gaat om de bezoekers van de woningbouwvereniging een parkeermogelijkheid te bieden, binnen de woningstichting natuurlijk ook kan worden overlegd waar de medewerkers hun auto gaan parkeren. Kortom, ik wacht graag uw antwoord af, maar wij hebben zeer grote bezwaren tegen dit voorstel. Wethouder MENNE: Voorzitter, er wordt hier vergeleken een instelling ten algemenen nutte met een industrieterrein waar verschillende particuliere bedrijven op zijn gevestigd. De bestemming en het gebruik zijn verschillend en wat dat betreft is er dus geen vergelijking in de strikte zin dat het ook exact nominaal dezelfde prijs zou moeten zijn, mogelijk. Voor wat betreft de onderhandelingen met de woningbouwvereniging is het zo dat we toch daar -dat kunt u vragen bij de partner- behoorlijk hard en strak >uw onderhandeld hebben. Dit was een van de punten, er waren er nog enkele. Wat dat betreft is er geen sprake van door de knieën gaan. Aanvankelijk ontmoetten wij een prijs bij de koper die wat lager lag. Dit is het uiterste. Ik wil verder niet ingaan op de consequenties die zijn genoemd door de woningbouwvereniging indien het een hogere prijs zou moeten zijn, maar dan zou het helemaal niet mogelijk zijn. Kortom, de onderhandelingen zijn hard en strak geweest, en verder vind ik de vergelijking niet opgaan uit een oogpunt van doel, nut en gebruik van de grond. Als je deze grond voor parkeren vergelijkt met de grond voor parkeren ten behoeve van een particulier bedrijf, dan vind ik dat toch wel even iets anders. Ook in het t bestemmingsplan zien we dus een andere bestemming staan dan bij een particulier, commercieel bedrijf. Heer VAN GELDER: Mag ik u even vragen, dat terrein van Grift was hetzelfde plantsoen ongeveer als het plantsoen waar we het nu over hebben. De en bestemming van het gebouw van de woningbouwvereniging en de grond waar het gebouw op staat en de grond waar het gebouw van Grift staat, die kunnen anders zijn, maar waar geparkeerd gaat worden is naar mijn gevoel op dit moment beide plantsoen. Wethouder MENNE: Dit is een veel voorkomend misverstand. U weet dat het parkeren van mensen die behoren tot een particulier bedrijf -dat is namelijk de bestemming, het gebruik van de grond, de nieuwe bestemming bij Van der Grift Trappen b.v.- dat dat natuurlijk in een andere orde ligt dan een instituut voor algemeen nut waar ook geparkeerd wordt. Ik vind in dat een licht de vergelijking, nogmaals, voorzitter, niet terecht. VOORZITTER: Ik stel voor de discussie nu te beëindigen. Heer VAN GELDER: Ik zou een korte schorsing willen, als dat mag. VOORZITTER: Dat is dan voor de stemming, want de discussie is afgerond. Maar als u zegt: ik wil mij nog even beraden over mijn standpunt, dan kan dat natuurlijk altijd. Ik vind het ook echt tijd voor een pauze van vijf minuten. Ik schors de vergadering. VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Er komt een nieuw voorstel?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 144