19 mei 1988
31
Wethouder MENNE: Daar wil ik dan dit over zeggen, dat de volgorde dan zo
zou moeten zijn: eerst overleggen in de commissie financiën, dan terugkomen
in het college en dan het standpunt bepalen, alvorens we dus gaan
onderhandelen
VOORZITTER: Dat zou een weg kunnen zijn. Ik stel in ieder geval voor nu
dus het agendapunt aan te houden.
Het voorstel wordt aangehouden.
15. Voorstel tot verkoop van grond gelegen aan/nabij de Oude Tempellaan aan
Bouwbedrijf Hoffman B.V. te Amersfoort.
16. Voorstel tot verkoop van een perceel grond aan G.W. van der Grift B.V. voor
de uitbreiding van het winkelcentrum Overhees.
De voorstellen 15 en 16 worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
17. Voorstel tot overdracht van bevoegdheid aan burgemeester en wethouders tot
het verkopen van overbodig snippergroen.
Heer POTHUIZEN: Ik ben wel akkoord, voorzitter, maar eer is toch nog een
praktisch probleem, zo is mij inmiddels al wel gebleken. We hebben een
aantal schitterende tekeningen ter beschikking gekregen met veel
ingekleurde vlakjes, maar nog veel meer niet-ingekleurde vlakjes, terwijl
de belangstelling natuurlijk ook bestaat voor niet-ingekleurde vlakjes. Dat
is af en toe beslist, naar mijn idee, discutabel of het nu wel of niet
ingekleurd had moeten worden. Wat gaat u nu doen met ai die verzoeken die
betrekking hebben op de niet-ingekleurde vlakjes?
Mevrouw BLOMMERSMijn vraag was dezelfde als die van de heer Pothuizen.
Wethouder MENNE: Het is zo, wij hebben als college ook nog een rondrit
gemaakt, we hebben het allemaal bekeken, voorbeelden gezien. We zijn daar
zeer nauwgezet mee aan het werk gegaan. Voor datgene wat niet ingekleurd
is, is de opstelling van het college om daar ook niet tot verkoop over te
gaan. Als het zo is dat bij het vaststellen van het groenbeleidsplan, het
groenbeheersplan, a.b.c. enzovoorts, de hele stapel, als daaruit voortkomt
dat meerdere stukken kunnen worden verkocht, dan kan natuurlijk na het
vaststellen van het groenbeleids-/groenbeheersplan alsnog tot de rest
worden overgegaan. Maar vooralsnog zijn de aanvragen op dit moment voor
stukjes groen die niet volgens r.o. kunnen worden verkocht, niet
verkoopbaar
Heer POTHUIZEN: Dat roept natuurlijk de vraag op hoe je moet handelen in
situaties waarin burgers het daarmee niet eens zijn. Ik heb mij niet
geprepareerd op een behandeling in de commissie van iedere kaart, op ieder
hoekje dat ik dan de rondrit die u kennelijk met z'n allen hebt gehad zou
hebben geëvenaard en ook een eigen oordeel over ieder hoekje had gevormd.
Ik kan mij best voorstellen dat er af en toe wat discussie ontstaat. Wordt
dat dan naar de raad verlegd? Krijgen we dan dergelijke puntjes in een
commissie-behandeling? Hoe stelt u zich dat voor?
VOORZITTER: Wat zou u zelf het liefste willen? Dat wij dat als college
afdoen in zo'n geval?