6
VOORZITTER: Was dat de bedoeling? Dan heb ik mij vergist, ik dacht dat u het
meteen in stemming wilde brengen. Het verzoek wordt voldoende ondersteund, dan
gaan we nu daarover stemmen. Misschien wilt u het verzoek nog een keer herhalen,
mevrouw Stekelenburg, waar we nu over gaan stemmen?
Mevr. STEKELENBURG: Ik wil dus vragen aan de raad: gaan we nu naar de rechter of
wachten we tot volgend jaar om deze tijd, zoals u voorstelt.
VOORZITTER: Met wel verzoek dan aan de rechter?
MevrSTEKELENBURGOm te vragen of hij theoretisch nu wil toetsen wat
Rijkswaterstaat voorstelt. Dat moet naar mijn idee kunnen. Mijn idee is niet
een juridisch idee, maar ik heb dat ook gevraagd uiteraard, anders zou ik het
hier niet naar voren brengen.
VOORZITTER: Ik zou het de raad willen afraden.
MevrSTEKELENBURGMag ik het nog een keer proberen te formuleren zoals ik het
gezegd heb in eerste instantie? Daarom zouden wij nu graag een uitspraak van de
rechter hebben waarin de eis gesteld moet worden aan Rijkswaterstaat dat ze
minimaal theoretisch moeten voldoen aan de wet voordat er met de uitvoerende
werkzaamheden begonnen kan worden, op straffe van. Dat zou ik graag in stemming
gebracht willen zien.
VOORZITTERIk zou het de raad afraden, ook al voor het geval dat je het
verliest. Die kans is niet denkbeeldig en dan zou je in de volgende fase,
wanneer we dan werkelijk naar die rechter gaan op grond van de feiten en de dan
opgemaakte meetrapporten van T.N.O., daarmee geconfronteerd kunnen worden.
Ik stel voor te stemmen.
Heer VISSER: Ik wil even een stemverklaring afleggen, voorzitter, omdat wat u
het laatst zei niet waar is. Als je namelijk nu naar de rechter stapt, ook al
zal hij misschien zeggen dat een en ander nog niet helemaal vaststaat of nog
helemaal niet zeker is, dan sta je in tweede instantie, wanneer blijkt dat
Rijkswaterstaat totaal niet aan de verwachtingen kan voldoen, juist sterker
omdat je de eerste keer naar de rechter bent gestapt, daar een aantal
voorstellen hebt voorgelegd en verwachtingen hebt gewekt die nu in tweede
instantie dan helemaal niet blijken te kloppen. Dan zal de rechter zeggen: u
hebt groot gelijk; de eerste keer was dat nog helemaal niet zeker, maar nu
blijkt dat Rijkswaterstaat zich totaal vergist heeft in alle maatregelen die ze 4
wil nemen. Die rechter zal extra zeggen dat de gemeente Soest groot gelijk heeft
en dat die bewoners van Soesterberg nu door u zo in de kou zijn gezet omdat u in
een brief, een hele merkwaardige brief zegt: het klopt allemaal niet, het is
allemaal niet waar en het is allemaal zo twijfelachtig, terwijl u toch onder
druk van Rijkswaterstaat en alle andere hogere personen die over u gesteld zijn
naar de ogen ziend door de bocht bent gegaan. De rechter zal zeggen:
burgemeester, u hebt groot gelijk. Daarom denk ik dat het voorstel van de PvdA
een goed voorstel is en daarom stem ik met dat voorstel mee.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het tot nog toe heel goed
gegaan is, als de gemeente Soest, als een belangengroepering in Soesterberg, als
burgers die niet aangesloten zijn maar gewoon deskundig zijn, als gemeente
ambtenaren tot nog toe één lijn hebben getrokken. Ik steun dan ook in deze het 5
college om te proberen die ene volle lijn door te trekken, want ik geef niks
voor veronderstellingen van de ene theorie meten aan de andere theorie. Daar zal
de rechter niet instappen en één keer op je gezicht in een procedure die te
vroeg in gang is gezet maakt een tweede kans minder haalbaar. Wat je in wezen
vraagt is het uitstellen van maatregelen die nu op korte termijn weer enig