16 juni 1988 - 22 - aan werken: wanneer kunnen we dat in de commissies verwachten en is dat een geïntegreerd plan of is dat alleen een plan dat woningen betreft? Verder heb ik geen antwoord gekregen op de vraag of u van plan bent, wat betreft het onderzoek naar de woonwensen van de buitenlanders, om de verhoudingen qua inkomen en huur die ze willen betalen ten opzichte van Nederlanders in verband met het spreidingsbeleid tegelijk uit gaat voeren. Dat lijkt mij wel nuttig. Mevrouw STEKELENBURG: Voorzitter, allereerst dank ik het college voor de toezegging om te gaan bekijken of die verruiming er inderdaad inzit. Dan gaan wij dus uiteraard uit van de 60/40 procent, omdat de meerderheid van deze raad dat wil. Dus daar zitten we op één lijn. Voorzitter, via u even een opmerking naar de heer Krijger. Mijnheer Krijger zei dat seniorkiezers niet graag zullen gaan wonen in de woningen van die beheerders die u bedoelt. Mijn kiezers wel. Zij zijn begonnen in een flat, kregen de kans -na lang wachten- op een eengezinswoning en eindigen uiteindelijk in diezelfde flat. De kiezers van de heer Krijger starten in een appartement, kregen toen een villa en eindigen uiteindelijk in een bungalow. Ik denk dat dat VOORZITTER: U weet waar we uiteindelijk allemaal eindigen, hè? Laat ik dat eens even duidelijk zeggen hier. Mevrouw STEKELENBURG: We eindigen denk ik niet eens allemaal hetzelfde, want ook daar zijn de meningen soms nog over verdeeld. Maar we hebben het nu over volkshuisvesting en ik chargeer -maar de heer Krijger lokt dat duidelijk uit- zulke opmerkingen. Wat wij bedoelen is gewoon dat er voor iedereen een goede woning moet zijn in Soest en daar streven wij naar. Heer KRIJGER: Ook een paar zakelijke antwoorden. Ik denk dat als we gaan kijken dat iedereen stemt op de partij die hem toegedacht wordt door de woning, dat de verhoudingen in deze raad weer zullen veranderen. Maar wat anders, mijnheer de voorzitter. U geeft net een reactie namens het college, althans de heer Menneover het anders gaan bekijken met mogelijke risico's bij de regeling voor gemeentegarantie. Dan denk ik dat de verhouding 60/40 procent wat betreft die 40% al moeilijk is, want er wordt hier gezegd dat het eigenlijk meer moet zijn dan 40%. Maar dat is niet reëel, want de gemeente kan natuurlijk wel weer over ideeën gaan praten die idee-fixe zijn, van gemeentegaranties of gemeentesubsidies, maar die zijn niet haalbaar. Dan wordt zelfs die 40% heel moeilijk. Als op dat moment, als het een minder percentage huur gaat worden, geregeld wordt dat misschien die voorzieningen via gemeentegarantie mee kunnen lopen, dan komen we uit op 30% huur en 70% koop en dat past weer bij het oorspronkelijke Soest. Wethouder PLOMP: Mevrouw Tomassen stelde een vraag over een geïntegreerd plan. Wij hebben in de gemeente afgesproken dat we geïntegreerd zouden werken. Ik denk dat we dat ook door moeten trekken op het terrein dat u bedoelt. Wethouder KINGMA: De opmerking van mevrouw Tomassen over het woonwensenonderzoek buitenlandersis een van de dingen die mede in ogenschouw genomen kunnen worden. Zolang wij nog niet weten wat de opzet van het onderzoek is, kan ik daar geen opmerkingen over maken. -Mevrouw TOMASSEN: Heeft u zelf nog geen idee wat voor onderzoek u wilt gaan doen? Dat valt mij een beetje van u tegen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 171