16 juni 1988
- 37 -
er
iet
ïg
ct
;rk
ïn
en
op
en
aan.
iet
fers
n.
at
t
plan
iaal
Hoe mooi de planinhoud is, ook in de ogen van de D'66-fractiedat wist
niet weg dat er bezwaren bestaan tegen de plaats waar het geheel is
gedacht. Sinds jaar en dag is bekend -en in ons geldend partijprogramma
staat het weer- dat de mening is dat er niet in Dalweg-zuid gebouwd moet
worden, dus ook geen sportcomplex. Wat dat betreft is er voor ons in meer
dan één betekenis dus geen keuze. Met verhalen over dat er geen tijd is om
nu nog naar alternatieven te kijken, kunnen we toch eigenlijk slecht uit de
voeten. Wij delen wat dat betreft inhoudelijk toch de opvatting dat de tijd
die voorbij is niet goed genoeg is gebruikt. Je kunt zeggen: er is niks
gebeurd, anderen zeggen: er is wel wat gebeurd, kijk maar. Wij zeggen: de
tijd is niet goed genoeg gebruikt. Dat betekent niet dat het werken aan een
alternatief onmogelijk is geworden, het is best mogelijk om binnen een
betrekkelijk korte termijn -en nu we dus zelf al zien dat we hier in
augustus, respectievelijk november weer zullen praten over dit onderwerp-,
binnen die termijn onderzocht te hebben of de lokatie die wij zouden
prefereren (de lokatie die wel Klein Engendaal wordt genoemd en die ligt
tussen de Bosstraat, de Nieuweweg en de Klein Engendaalweg, bij station
Soest-zuid dus) ook niet een haalbare is. We willen dat nieuwe gebouw
gebruiken voor evenementen die de plaatselijke schaal te boven gaan. We
willen daar goede wedstrijden kunnen houden. Als er een sporthal komt, dan
moet daar ook het een en ander gemanifesteerd kunnen worden. Dat betekent
dus dat de bereikbaarheid goed moet zijn. De bereikbaarheid is bij die
lokatie aanzienlijk beter dan bij de lokatie Dalweg-zuid. Natuurlijk kan
geopperd worden dat er in het verleden al wel eens het een en ander te doen
is geweest over die omgeving, dat was toen er een centrumplan was. De
oppositie daartegen richtte zich niet tegen het onderdeel zwembad, maar
tegen het onderdeel winkelcentrum dat op de zuidelijke Enghelling lag. Dat
is toch even andere koek. Wij zouden dus moeten vaststellen dat wij graag
een alternatief zien. Nu is de stemverhouding zich al wel duidelijk aan het
aftekenen. Wat dat betreft denk ik dat ik er in realiteit rekening mee moet
houden dat u zegt: daar komen we gewoon niet meer aan toe, aan dat
alternatief. Ik zou u toch willen vragen serieus te overwegen om nu we nog
met wat tijd zitten, het toch te ontwikkelen. Dat is ook goed voor de
verhoudingen
t
k
ld
ote
66
n
n
ine
die
t,
de
at
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, ik zal niet ingaan op het ordedebat
dat straks gevoerd is. Ik zal mij dan ook alleen maar beperken tot het
raadsvoorstel zoals dat voor ons ligt en de brief die het college
geschreven heeft met een aantal vragen daarin.
In de eerste plaats denk ik dat het agendapunt nummer 27 niet zou moeten
gaan over de realisering van een sportvoorziening, maar over de realisering
van een zwembad. De brief geeft dat duidelijk aan, over de totale
sportvoorziening wordt in augustus nog verder gepraat. Ik heb dan ook de
vraag aan het college, als het voorstel goedgekeurd wordt, of er dan nog
een mogelijkheid is alleen een zwembad te bouwen. Of is er alleen maar de
mogelijkheid om een zwembad plus sporthal te bouwen zoals even werd
aangegeven in de commissie r.o. voorafgaande aan deze raad? Voor ons is
dat erg van belang. In de Sportstichting is door mij al aangegeven dat wij
als er een goede onderbouwing is, zeer zeker niet tegen een hal zouden
zijn, maar wij denken dat die eerder een goede plaats zou krijgen in een
ander gebied dan de Dalweg. Dus vandaar dat we wat moeite hebben met het
woord sportvoorziening in het raadsvoorstel. Ik zou graag het antwoord van
het college hebben dat daar waar we dit nu zouden besluiten, het over het
zwembad gaat en niet over een sportvoorziening zoals een hal plus een
zwembad.
Dan kom ik nog even terug op wat de heer Krijger gezegd heeft, dat de WD
en het CDA de kar wel zullen trekken. Ik denk dat er wat nuanceringen
:e
n we