25 augustus 1988
- 18 -
Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het gegrond
verklaren van het beroepschrift van A. Lenarduzzi B.V. tegen het besluit
van burgemeester en wethouders tot weigering van een vergunning voor de
bouw van een schutting op het perceel Nieuweweg 29a.
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Voorstel tot verkoop van grond gelegen achter het perceel Nieuweweg 29a aan
de heren S. en M. Lenarduzzi te Soest.
Heer VAN DEN BREEMER: Voorzitter, wij zullen dit agendapunt wel accepteren.
Wij willen de opmerkingen die door ons en ook door andere fracties die in
de commissie gemaakt zijn evenwel wel in stand houden voor wat betreft de
hoogte van de prijzen voor dergelijke gronden. Hier doel ik dan op gronden
die een bedrijfsmatige dan wel een bebouwingsmogelijkheid hebben. Er zijn
ook stukjes grond die onder snippergroen vallen. Mochten de opmerkingen die
gemaakt zijn daarmee in strijd zijn, dan vinden wij dat die regeling voor
de verkoop van snippergroen nog maar eens nader in de commissie bekeken
moet worden. Wij zullen met de argumentatie die het college geeft voor dit
agendapunt ons achter het voorstel scharen.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, in de commissie hebben we erover gesproken. We
hebben bezwaren tegen de hoogte van de grondprijs voor dit voorstel en
overigens ook van een voorstel dat later op de agenda komt. We hebben er in
de fractie over gesproken. We realiseren ons dat het besluit dat nu
voorligt tot stand is gekomen na overleg tussen de betrokkenen en de
gemeente en dat het eigenlijk in de procedure ook weer. wat vreemd is om
steeds daartegen te stemmen en dan weer die onderhandelingen opnieuw te
openen. Wij zijn dus bereid om akkoord te gaan met dit voorstel, ook met de
prijs die erin staat, maar dan zouden we toch wel graag duidelijk de
toezegging willen hebben over het principiële aspect van ons standpunt dat
als de grond bebouwingsmogelijkheden heeft, dat er dan bij de verkoop een
veel duidelijker relatie moet zijn met andere grondprijzen waar die
bebouwingsmogelijkheden zijn. Dat betekent dus dat het grondbedrijf al in
een vroegtijdig stadium in de onderhandelingen met die prijzen rekening
moet gaan houden, dan hoeven wij die discussies niet steeds aan de hand van
een individueel voorstel te volgen. Dus als wij die toezegging krijgen dat
dat zal gaan gebeuren, dan willen we best in de commissie financiën nog een
keer praten over hoe dan de hoogtes moeten zijn en dat soort zaken, maar
dan zijn wij akkoord.
Mevrouw BLOMMERSVoorzitter, ook deze keer bleek weer dat in de commissie
financiën er allerlei argumenten werden gehanteerd, zowel van de zijde van
het college als van de commissie, die het allemaal niet erg veel
duidelijker maakten voor de burger. Ook wij zijn het eens met de vorige
sprekers en we hebben er trouwens ook verscheidene malen in de commissie op
aangedrongen, dat we moeten gaan praten over allerlei begrippen die we wat
al te achteloos hanteren. Maar je kan op het moment dat je het zelf
eigenlijk allemaal nog niet zo goed op papier hebt staan daar toch de
burger niet de dupe van laten zijn. We handhaven ons bezwaar tegen de wijze
waarop deze prijs tot stand is gekomen, maar we vinden toch dat we in dit
geval, ook gezien het feit dat de burger daar helemaal niets aan kan doen,
akkoord kunnen gaan met dit voorstel.
Heer MEILOF: Voorzitter, evenals ik gezegd heb tijdens de commissie
vergadering, de bezwaren die nu genoemd zijn ondersteun ik volledig, maar
ik ga wel akkoord.