15 september 1988
- 11 -
voorkeuren voor merken te beïnvloeden, maar niet dat het kan bevorderen.
Wij zijn blij dat een aantal mensen die gebruik maken van het openbaar
vervoer en dus niet het risico gaan lopen op een niet juiste wijze alcohol
te gebruiken en zich in het verkeer te mengen, dat die niet van de regen in
de drup kunnen komen.
Mevrouw TOMASSENJe kan die abri's ook zelf financieren hoor, mijnheer
Krijger.
Heer KRIJGER: Doet u een ander voorstel daartoe dan?
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, in de commissie bedrijven is dit
voorstel aan de orde geweest. De wethouder heeft toen als antwoord gegeven
dat in het overleg dat hij heeft gehad met Alrecon hem verzekerd was dat
die reclame waar wij het onprettig van vinden dat ze op die abri's zouden
staan, dat die niet of zo min mogelijk geplaatst zouden worden. Ik begrijp
uit de verwarring vanachter de tafel dat niet alle leden van het college op
de hoogte waren van de brief, genoemd door mevrouw Tomassen. Ik zou graag
een antwoord hebben van de portefeuillehouder die het alcoholmatigings-
beleid in zijn portefeuille heeft om te horen wat daar de mogelijkheden en
onmogelijkheden van zijn.
VOORZITTER: Ik heb behoefte aan even schorsen en dat doe ik dus bij deze.
VOORZITTER: Mag ik de vergadering weer heropenen met de constatering dat nu
ook de heer Plomp aanwezig is?
Alvorens over het onderwerp te beginnen, maar toch daar een inleiding toe
te maken: er zijn vele stemmen nu net gehoord over de opstelling van de
raad ten opzichte van de alcoholmatiging, maar ik wil u toch herinneren aan
het rookmatigingsbeleid dat deze raad heeft uitgestippeld. Ik wijs u nu op
dat bordje (VERBODEN TE ROKEN) en nu weet iedereen het voor eens en voor
altijd. Het is de laatste keer dat ik het zeg, "anders ga je uit de klas!"
Nu zal wethouder Van Logtenstein namens het college een eerste reactie
geven.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, niet alleen het niet-roken vinden
wij belangrijk, maar ook het niet-drinken. Om die reden, om het draagvlak
van dit stuk toch aanzienlijk te vergroten, hebben we besloten om het
voorstel een maand aan te houden en de tekst van de bevestiging van Alrecon
wat betreft de reclamekeuze dichter te brengen bij de tekst van ons
raadsvoorstel
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, mag ik een opmerking maken? Ik heb
inmiddels op het tafeltje van de heer Van Logtenstein gedeponeerd een
knipsel uit de krant waarin verslag gedaan wordt van een zitting van de
Raad van State waar de gemeente Delden voor het hekje stond. Het blijkt dat
het niet alleen nodig is om van de firma Alrecon een degelijke brief te
krijgen, (de gemeente Delden had zo'n brief, alleen de firma Alrecon deed
het toch en ging daarna in beroep toen er een opdracht kwam om het te
verwijderen) het is ook zinvol om na te gaan of onze juridische basis in de
Algemene Verordening Soest voldoende is. Ik zou u dus willen adviseren daar
tegelijkertijd even voor te zorgen.
VOORZITTER: Dat nemen we mee, dat laatste.
Het voorstel wordt aangehouden.