6 oktober 1988
- 4 -
de vraag bestond of zij daartegen zouden moeten gaan stemmen tijdens deze
vergadering. Een tweetal overwegingen hebben daarbij de doorslag gegeven
met betrekking tot de stellingnamedat is ten eerste het feit dat het D.0.
in hoofdlijnen wel is wat verwacht mocht worden nadat het V.0. eenmaal door
de raad was vastgesteld en ten tweede dat er toch ook procedure- en
tijdsaspecten zijn. Mijn gehele fractie wil graag snel en binnen het
gestelde tijdschema een gemeentehuis gerealiseerd zien. Dat zal er al met
al toe leiden dat mijn fractie uiteindelijk in zijn geheel akkoord zal gaan
met het D.0. maar ik hoop dat het u duidelijk is welke bezwaren er leven
tegen het huidige ontwerp en ook het feit dat wij ons in die bezwaren
gesterkt zien door zoveel bezwaarden uit de bevolking.
Met betrekking tot de procedure rond het bouwplan hebben wij geen bezwaren,
daar gaan wij mee akkoord.
De financiële aspecten. Ik onderschrijf wat door de heer Pothuizen is
gezegd met betrekking tot het ontbreken van enig voorstel met betrekking
tot de financiering, alsmede de argumentatie waarom dat niet heeft mogen
lukken
Met betrekking tot de kosten van de kunstopdracht hebben wij in het
verleden vaker betoogd dat wij het een unieke gelegenheid vonden om een
monumentaal kunstwerk te realiseren. Dergelijke kansen doen zich niet zo
vaak voor. Ook in het verleden is door ons aangegeven dat het maar zeer de
vraag is of dat budget nu inclusief of exclusief BTW moet zijn. Waar
uiteindelijk de budgetten die we hanteren voor dit soort gebouwen ook mede
door financieringsconstructies volstrekt exclusief BTW gaan worden, zouden
wij ons kunnen vinden in een aanpassing van punt 4E. Het is ook al door de
heer Pothuizen voorgesteld om dat bedrag exclusief BTW te beschouwen. Dat
is dan in lijn met het totale budget.
Overigens zouden wij ons kunnen vinden -maar dan lopen we vooruit op de
discussie rond de kunstopdracht- in een zodanige besteding van het budget
voor de kunstopdracht dat het in zijn geheel voor een groot monumentaal
kunstwerk wordt uitgegeven, maar dat standpunt hebben wij in het verleden
al ingenomen. Die discussie krijgen we nog.
Met betrekking tot de omgevingsvormgeving gaan wij akkoord met de punten 5A
en 5B. Over 5C en 5D hoeven we nu geen uitspraak te doen.
Eveneens gaan wij akkoord met de punten 6, 7 en 8 het voteren van een derde
krediet, het bijgestelde werk- en procedureschema en de selectie-procedure
Rest mij een aantal opmerkingen te maken met betrekking tot de brief die
wij gisteren mochten ontvangen. De heer Pothuizen heeft hem kil genoemd, ik
zou nog verder willen gaan. Ik vind het een zeer ongebruikelijke en ook een
laakbare standpuntbepaling van het college. Ik zal zeggen waarom en ik zal
ook vertellen dat ik vind dat hier een duidelijke afwijking is met
betrekking tot een beleid op andere terreinen. Waarom vindt mijn fractie
dat dit eigenlijk niet kan, dat deze brief -althans punt 2- niet
geschreven had mogen worden? De behandeling van het ontwerp voor de kunst
heeft een wat vreemd verloop gehad. We hebben hier een commissie
kunstaankopen. De commissie kunstaankopen heeft een advies uitgebracht, op
een zeer laat moment en ook op een zeer laat moment heeft het college daar
een negatieve beslissing over genomen. Je kunt vraagtekens zetten bij de
wijze waarop dat teruggekoppeld is naar de betreffende commissie. Kunst is
een onderwerp waar de meningen nooit of zelden eensluidend over zullen
zijn. Het is een onderwerp waar je uren met elkaar over kunt praten, zonder
ook maar de geringste kans dat je het met elkaar eens wordt, want het is
strikt subjectief. Juist daarom hebben wij een commissie kunstaankopen en
hebben we toch met elkaar afgesproken dat daar de discussie over dit soort
zaken zich zou moeten afspelen. Ik wil niet zeggen dat ieder advies van de
commissie kunstaankopen dus moet worden opgevolgd, dat hoort u mij niet
zeggen, maar het betekent wel dat op het moment dat je zoiets niet wilt