6 oktober 1988
- 14 -
niet bij zit en dan dus uiteindelijk concluderende dat het ook wel niet zal
komen, dan zeggen wijals het college meent zo met de raad om te moeten
gaan, dan bewonderen wij dat niet.
Met betrekking tot het punt van het budget voor de kunst nemen wij er
kennis van dat u de rekenmethode inclusief en exclusief BTW voorlopig zo
uitlegt dat het maar moet blijven zoals het is. Daar komen we dan op een
later moment wel op terug.
Met betrekking tot de functionaliteit van het plein noemt u als voorbeelden
van elementen die daar niet kunnen gebeuren vanwege de kunst: vendel-
zwaaien. Dat gebeurt veelal op kerkpleinen en op straat, mogelijkerwijs zou
het dus overal in Soest kunnen, behalve op het plein. Als ik de maquette
voor ogen stel zoals ik hem gezien heb, dan maak ik mij sterk dat het een
beetje vendelzwaaier lukt om uitstekend vendel te zwaaien om die kubussen
heen. Als ik mij voorstel hoe het met mevrouw Monique Knol zou zijn gegaan,
dan denk ik dat in het ergste geval de heer Van Os een keer door de
megafoon had moeten roepen: jongens, ga van de kubus af, want anders zakken
jullie erdoor. Waarschijnlijk zouden ze niet eens op het idee gekomen zijn
om erop te gaan zitten. Kortom, erg overtuigend was het antwoord op dit
punt niet. Jammer.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik heb één vraag gesteld en daar heb ik geen
antwoord op gekregen. Dat was de vraag of de voorzitters van de commissies
en de secretarissen nog eens een keer goed geïnstrueerd zouden kunnen
worden met betrekking tot de regels die in de commissies gelden.
VOORZITTER: Antwoord: ja.
Heer VAN GELDER: Dank u. Met betrekking tot het steeds luider wordende
betoog -en het werd luider naarmate het meer over het kunstwerk ging- van
de portefeuillehouder gemeentehuis, kan ik eigenlijk maar één ding zeggen
en ik hoop dat ik daarmee typeer hoe onverstandig ik het opereren van het
college vind. Iedereen mag in deze raad zeggen wat hij wil. Je mag hier
zelfs dingen zeggen die je buiten de raad niet mag zeggen, omdat je dan
iets strafbaars doet. Ik denk dat we dan weten waar we het over hebben, dat
betekent niet dat het verstandig is om alles wat je mag zeggen ook te
zeggen.
Mevrouw BLOMMERSVoorzitter, ik heb eigenlijk geen vragen meer. Ik zou
alleen eens willen vragen aan de wethouder nieuwbouw gemeentehuis om eens
naar boven te kijken hoe hoog het is als je zo'n blauw ding vijf meter
boven je hebt. Dat is heel hoog. Dat geeft een boel ruimte om dingen onder
te doen, hoor. Daar kun je zelfs een raadsvergadering onder houden, onder
die kubussen.
VOORZITTERDe wethouder heeft naar boven gekeken.
Mevrouw BLOMMERSIk hoop dat hij diep onder de indruk is.
Heer MEILOF: Voorzitter, alleen even twee aanvullingen van wat ik net niet
genoemd heb. Ik ben ook voorstander van die waterpartij en ook van de
betere steensoort. Ik heb het in de commissievergadering gezegd, ik weet
alleen niet of nu alle gegevens voldoende paraat zijn om te weten of we
hiermee verder gaan.
Heer VISSER: Voorzitter, ik ben ook een beetje onthutst over de argumenten
van de heer Menne ten aanzien van het kunstwerk. Zo'n plein dat er 365
dagen van het jaar bij ligt en waar dan één keer in de vier jaar iemand