24 oktober 1988 - 24 - aantal opmerkingen over gemaakt zijn. De bestuurlijke opdrachten, dat is een kant van die zaak, dat is naar voren gebracht als een mogelijkheid. We worstelen daar nog een beetje mee hoe we dat verder vorm moeten geven. Daar hebben we ook al eens een keer een dag over gepraat met elkaar. Daarna in de commissie a.b.z. nog eens een keer en toen hebben we gezegd: we moeten daar toch op terug komen, want we moeten proberen daarvoor toch de juiste vorm te vinden. We hopen nu met de aanzet die wij gegeven hebben in het raadsvoorstel zoals we dat nu aan a.b.z. hebben toegezonden dit weekend - misschien heeft u het nog niet gelezen, bij de raadsstukken zit het in ieder geval en het staat op de agenda van a.b.z.- om met name de concept bestuurlijke opdracht te bespreken betreffende informatieverzameling ten behoeve van formulering toekomstig beleid. De nadruk ligt dus op informatieverzameling en niet op de formulering van het toekomstig beleid, want we zijn het met de heer Verheus van harte eens dat we natuurlijk niet op de stoel van de politieke partijen moeten gaan zitten. Maar we moeten ze wel die gegevens aandragen waardoor zij goed uit de voeten kunnen. We hebben een gedachte daarover ontwikkeld in het raadsvoorstel, wat ook tegemoetkomt aan de opmerking van de heer Pothuizen die zei: je zou de opinie van de bevolking moeten vragen. Ik zou persoonlijk minder voelen voor een raadplegend referendum, maar een opiniepeiling, een goede representatieve steekproef, goed georganiseerd, verantwoord gehouden, over wat er aan ervaringen, verwachtingen en wensen leeft onder de bevolking, dat lijkt een goede zaak, zeker als je dat combineert met demografische gegevens, ontwikkelingen die op dat punt spelen, zoals de ontwikkeling van de hoeveelheid ouderen, de hoeveelheid mensen en de leeftijdscategorie enz, hoe gaat dat verder in de toekomst en hoe kunnen we daar goed op inspelen, gevolgen van ongewijzigd beleid, welke keuze zouden er in de toekomst onvermijdelijk gemaakt moeten worden. Kortom, een aanzet om ook met behulp van een opiniepeiling, een van de hulpmiddelen, met goed onderbouwde gegevens de politiek ten dienste te zijn opdat zij een goed programma kunnen maken, opdat zij een goede verkiezingsstrijd kunnen voeren en opdat uiteindelijk het overleg over het collegeprogramma goed onderbouwd kan geschieden. Dat is de achtergrond van de zaak die dan in a.b.z. binnenkort aan de orde komt. Dan moeten we er maar eens verder over praten. Het raadplegend referendum, mijnheer Pothuizen, als middel om dat bestuur dichter bij de burger te brengen en omgekeerd, daar moeten we dan ook in a.b.z. nog maar eens over spreken. Vooralsnog heb ik daar toch wel wat vraagtekens bijWe zullen dat ook nog wel op papier zetten, zodat we er goed over kunnen discussiëren te zijner tijd. Een raadplegend referendum dat heeft de neiging om een beslissend referendum te worden, zeker als je dat zeer serieus neemt. Als dat gaat in de vorm die daarvoor behoort te staan, dan is het zo dat als de uitslag daar is, dat dan eigenlijk die uitslag beslissend is. Dat is naar mijn opvatting in strijd met de wet, omdat de raad het hoogste orgaan is in onze gemeente en een eigen beslissingsbevoegdheid heeft. Daar moeten we ons wel aan houden. Desalniettemin een interessante discussie, ik heb begrepen dat in het blad van de PvdA van deze of vorige week daar allerlei beschouwingen over staan. Dat ligt in het leeskamertje en ik wil dat graag bij u aanbevelen. Heer KRIJGER: In het geheime bakje, of kun je er zonder sleutel ook bij? VOORZITTER: Ongetwijfeld ligt dit in het open bakje. Ik heb begrepen dat ook juist in die kring, van de PvdA, men nogal vraagtekens stelt bij deze hele zaak. Maar goed, een nadere discussie is daarover nuttig. Ombudsman, ook zo'n gedachte om te kijken hoe je toch burger en bestuur nog beter aan elkaar kunt koppelen. Bij de ombudsman zou ik eigenlijk willen zeggen: we moeten oppassen dat juist het bestuur van deze gemeente die

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 279