24 oktober 1988
- 39 -
te geven, dat betreft de compostbakken. Wij hebben u eigenlijk wat
verwijten gemaakt op dat punt. Ik heb gezien, tot mijn vreugde, in de
Soester Courant van vanavond dat daar nu typisch een voorbeeld staat van
hoe het wel moet. Ik heb nog even bij mijn vrouw geprobeerd of ze zich kon
herinneren zoiets al eens gezien te hebben. Haar antwoord was nee en ze
leest de krant erg goed.
Dan kom ik bij de antwoorden die de heer Scholten heeft gegeven.
Raadplegend referendum, daar zegt hij nee tegen, hij is bang dat het een
beslissend referendum wordt. Angst is een slechte raadgever, zeg ik dan
maar. Bovendien, je gaat natuurlijk een aantal discussies niet uit de weg.
Je ziet wat er nu gebeurt rond ons nieuwe gemeentehuis, dan organiseert de
ander wel iets wat de trekken daarvan heeft en dat gaat dan ook een leven
leiden waar we de nodige problemen via bezwaarschriften mee kunnen krijgen.
Ik ben dus nog niet van de gedachte af. Ik ga overigens graag in op uw
suggestie om daar in de commissie a.b.z. verder over te praten.
De ombudsman/ombudsvrouw. U zegt: de bestuurder is per definitie de
ombudsman, hier zitten dus allemaal ombudsmannen en ombudsvrouwen rond deze
tafels en we moeten de prikkel niet wegnemen om zo te werken, we moeten er
niet iets tussenvoegen. Ik vind dat ontwijken van de werkelijkheid. We
hebben ook bij andere bestuursniveaus ombudsmannen. We moeten de burger
zoveel mogelijk willen en duxrven helpen. We stellen centrale
telefoonnummers in voor weet ik veel wat allemaal. Een ombudsman of een
ombudsvrouw is een instelling met beslist een toegevoegd nut in onze
gemeente. Wij zullen dan ook op dit punt een motie indienen. Ik heb ook
maar één exemplaar bij mijdat ik u straks zal geven zodat u het kunt
voorlezen.
Met betrekking tot de politie hoef ik eigenlijk niets anders te zeggen dan
anderen al hebben gedaan. Wij staan achter de uitspraken ter zake.
Vliegshows. U hebt iets over de radio van vandaag gezegd, daar heeft de
heer Bolkenstein zich geuit. De heer Bolkenstein heeft gezegd dat hij niet
van plan was om vliegshows te verbieden. U zegt: ik kan altijd, als ik vind
dat de veiligheidsmaatregelen onvoldoende zijn, een vliegshow verbieden.
Mijnheer de voorzitter, het is onze overtuiging dat bij al die vliegshows
waar ongelukken gebeurd zijn, dat daar een uitermate goede check op
veiligheidsmaatregelen heeft plaats gehad, dat trek ik niet in twijfel.
Toch zijn ze gebeurd. Ik denk dat er maar één oplossing is om dit soort
dingen te voorkomen, dat is om ze gewoon te verbieden.
Dan kom ik nog even bij de Soester Courant, dat is dan de afronding.
Daarvan is gezegd dat het een goede stap was en daar is de hoop
uitgesproken dat de evaluatie een goed resultaat laat zien. Wij hopen dat
ook, wij hopen dat er niet te snel van stapel wordt gelopen op dit vlak en
dat de pers er niet meer bij hoeft te worden ingeschakeld. We zijn het dus
oneens met de blinde vink naast ons die vindt dat het allemaal heel anders
was. Het is een goed stuk taakopvatting van de overheid geweest om dit stuk
initiatief gedrukt te laten verschijnen. Ik ben er overigens bang voor dat
wij een blinde vink niet zullen overtuigen dat hij zijn mond moet houden.
VOORZITTER: Even voor de orde, mijnheer Ebbers. Ik stel voor dat wij na de
laatste spreker, de heer Meilof, de zaak schorsen tot woensdag, onder
voorwaarde dat we wel het schema van woensdag zodanig met elkaar afspreken
dat we woensdagmiddag de begrotingsbehandeling af kunnen ronden, zodat we
woensdagavond de raadsvergadering kunnen houden. Dan lukt het
waarschijnlijk allemaal wel, maar dan moeten we wel in die wijze
zelfbeperking kunnen werken. We hebben nu wat meer ruimte genomen dan
gebruikelijk. Dat is niet erg, want het ziet er naar uit dat het allemaal
wel op zijn pootjes terecht kan komen, zeker als u met mij samen daarnaar
wil streven.