26 oktober 1988
- 36 -
8. Ruimtelijke ordening en huisvesting.
9. Financiering en andere dekkingsmiddelen.
VOORZITTERHierbij te betrekken het voorstel tot aanpassing van de
tarieven van de diverse belastingen c.a. alsmede ter vaststelling van het
definitieve tarief voor de onroerend-goedbelasting 1989 (le maal
waardegrondslag)
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, in onze algemene beschouwingen
hebben wij aan het slot gevraagd aan u om de bereidheid uit te spreken
voorstellen te doen om investeringen ten belope van 1 miljoen ten laste
van de reserve werkgelegenheid aan te kondigen en voor te bereiden. We
hebben een heleboel gehoord over die werkgelegenheid, maar we hebben een
bereidheid zoals door ons gevraagd niet aangetroffen. Dat betekent ook dat
wij met betrekking tot de tariefsverhogingen voor zover u die voorstelt,
niet meegaan.
Mevrouw BLOMMERSVoorzitter, zoals aangekondigd, zijn wij tegen de
tariefsverhogingen van de CAI, enerzijds omdat de argumentatie waarom het
verhoogd moet worden: als we wat zouden doen, zouden we misschien wel eens
geen reserves hebben, om ze niet aan te spreken en anderzijds omdat we
vinden dat de verhoging voor de extra bijdrage van een tientje voor de
provincie een reden is om hiervan af te zien. Voor de burgers zijn het
allemaal heffingen die te maken hebben met het kunnen kijken naar de
televisie en we vinden dat dus onjuist. Als u met een goed onderbouwd plan
komt, waaruit blijkt dat het absoluut noodzakelijk is dat het met 2%
verhoogd moet worden, dan zijn wij er wel voor in om daarover te praten.
Dan de verhoging van de zwembadtarieven. Wij vinden, gezien het feit dat er
geen meerwaarde is toegevoegd aan het aanbod in het zwembad, dat het ook
niet redelijk is om de tarieven dan te verhogen met 2%. Dus daar zijn we
ook tegen.
Heer MEILOF: Voorzitter, ik ondersteun de voorgaande spreekster dat ik ook
geen voorstander ben van een tariefsverhoging voor de CAI.
Een belangrijk element vind ik zelf de reinigingsheffing, die 2% zal ik
deze keer wel ondersteunen, terwijl ik ertegen ben, omdat ik verwacht en
ook mijns inziens mag verwachten op grond van wat er beloofd is, dat hier
uitvoerig over gediscussieerd zal worden om tot een realistischer heffing
te komen.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, mijn fractie heeft zich in het verleden altijd
sterk verzet tegen het verhogen van de afvalstoffenheffing. Dit jaar -dat
hebben we tijdens de commissiebehandeling ook al aangegeven- gaan wij
akkoord met een zeer bescheiden verhoging van 2%. U mag daaruit niet
afleiden dat wij een systematische 2%-verhoging ieder jaar onderschrijven,
dat hebben we eigenlijk nooit gedaan. Maar gelet op de geweldige
kostenstijgingen waarmee wij worden geconfronteerd, gaan we er nu deze keer
mee akkoord. Dat betekent overigens wel -ik wil dat voor alle duidelijkheid
zeggen- dat op zich het bestaan van een dekkingspercentage van 54% zoals
dat in de nota staat die in de volgende raadsvergadering aan de orde komt,
op zich voor mijn fractie aanleiding is om mee te gaan met sterkere
verhogingen van die belasting. Maar de discussie daarover zullen we aan de
hand van dat agendapunt wel voeren.
Wethouder MENNE: Voorzitter, ik heb de opmerkingen begrepen. Voor mij is er
geen behoefte om op dit moment daar een discussie over te openen. Ik denk